Vastgoed Belang: afschaffen tijdelijke huur desastreus voor woningzoekende

Vastgoed Belang vindt dat het alsnog aannemen van de initiatiefwet voor het afschaffen van tijdelijke huurcontracten, de woningzoekende verder op achterstand zet.

De branchevereniging voor particuliere verhuurders spreekt van zwalkend beleid. Vorige week leek het erop dat de initiatiefwet van Nijboer (PvdAGL) en Grinwis (CU) het niet zou halen, omdat de Eerste Kamerfractie van BBB aangaf tegen het voorstel te zijn -terwijl Caroline van der Plas in de Tweede Kamer voor stemde- en het CDA kritiek uitte. Uiteindelijk draaide het CDA alsnog. De VVD was van meet af aan tegen het initiatief.

‘Het lijkt erop dat de Nederlandse overheid een klap in het gezicht heeft uitgedeeld aan de particuliere beleggers in vastgoed, die al jarenlang een cruciale rol spelen in het voorzien van woonruimte voor studenten en burgers’, stelt Vastgoed Belang in een persbericht. De recent aangenomen initiatiefwet Grinwis/Nijboer brengt niet alleen de uitvoerbaarheid van wetgeving in gevaar, maar dreigt ook het aandeel beschikbare huurwoningen die door de particuliere verhuurders worden toegevoegd, verder de nek om te draaien.’

Verbijsterend

Vastgoed Belang vindt het ‘ronduit verbijsterend’ dat de overheid ervoor kiest om de particuliere verhuurders, die volgens de branchevereniging verantwoordelijk zijn voor bijna de helft van de studentenhuisvesting in Nederland en meer dan 2 miljoen mensen een dak boven het hoofd bieden, op deze manier te duperen. ‘De beslissing lijkt haaks te staan op de roep om meer woonruimten en de stimulering van investeringen in het transformeren en daarmee toevoegen van woonruimte.’

Veeg uit de pan

De vereniging zwaait de BBB en de VVD enige lof toe voor hun standvastigheid. Het CDA krijgt van Vastgoed Belang een veeg uit de pan. ‘Het CDA (…) faalde jammerlijk in het behouden van een rechtvaardige positie voor particuliere verhuurders. De zorgen over eerlijke concurrentie tussen Nederlandse en buitenlandse studenten, en de uitzonderingen voor tijdelijke contracten voor buitenlandse studenten, lijken het gezonde verstand te tarten. Hierdoor worden Nederlandse studenten, die al op kamers wachten, nog verder achtergesteld. Bovendien brengt het de opgebouwde pensioenen van vele ondernemers in gevaar die in vastgoed hebben geïnvesteerd als pensioenopbouw en tegelijkertijd bijdragen aan het huisvesten van miljoenen Nederlanders.’