Aannemers en beleggers zien steeds minder in het aankopen, opknappen en binnen enkele maanden weer doorverkopen van woningen, blijkt uit onderzoek van het Kadaster.
Het zogeheten ‘flippen’ van verouderde woningen was lange tijd een makkelijke manier om geld te verdienen met vastgoed. Maar door de gestegen rente, hogere bouwkosten en vooral de stapsgewijze verhoging van de overdrachtsbelasting voor vastgoedbeleggers is een dergelijke methode vaak niet meer financieel aantrekkelijk. Cijfers van het Kadaster laten zien dat het kopen en doorverkopen van opgeknapte woningen de afgelopen jaren nagenoeg is stilgevallen, meldt het Financieele Dagblad.
Het Kadaster keek naar het aantal woningen dat tussen 2014 en 2024 binnen zes maanden na aankoop weer werd doorverkocht. Tot en met 2020 gebeurde dit jaarlijks gemiddeld zo’n 2.500 keer, maar vanaf 2021 daalde het aantal ‘snelle transacties’ ineens rap. Vijf jaar geleden werden er nog 2.680 woningen binnen zes maanden na aankoop doorverkocht. Vorig jaar bleef de teller halverwege het jaar steken op 340.
Laag rendement
De daling verklaart het Kadaster voornamelijk uit de stijging van de overdrachtsbelasting. In 2023 ging het tarief dat beleggers moeten betalen als zij een woning of bedrijfspand kopen naar meer dan 10%. Ook aannemers vallen onder dit hoge tarief, omdat zij niet zelf in de woning gaan wonen. Daarnaast maken hogere rente en stijgende bouwkosten het voor kopers lastiger om rendement te halen op aankoop en snelle doorverkoop.
