De huurbevriezing waarvoor corporaties naar de rechter willen, zal naar verwachting slechts een beperkt effect hebben op de woningbouwproductie in Nederland, zegt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB).
Het EIB maakte een analyse en concludeert dat corporaties zelf de benodigde investeringscapaciteit in hun prognose nogal overschatten, aldus het instituut. ‘Zo zou het aantal sociale huurwoningen dat wordt gebouwd volgens deze prognose stijgen van circa 20.000 in 2024 naar 44.000 in 2027 en zouden ook de investeringen in woningverbetering spectaculair stijgen. Deze prognose staat los van de realiteit en zal met of zonder huurbevriezing niet worden gerealiseerd.’
Het EIB vindt een investeringsvolume van € 50 mrd voor de periode tot en met 2029 realistischer dan de € 80 mrd die de corporaties aanhouden. ‘Het grootste deel van het verlies aan investeringscapaciteit slaat met andere woorden neer bij investeringen die ook zonder de huurbevriezing niet mogelijk waren geweest in deze periode.’ Het effect kan na 2029 wel gaandeweg groter worden.
Onevenwichtige voorstelling van zaken
Het EIB adviseert corporaties ook eens naar de kosten voor beheer en onderhoud te kijken. Een beperking met 10% zou de huurbevriezing al goeddeels compenseren. Geconcludeerd moet worden dat een voorstelling van zaken waarbij een verlies aan investeringscapaciteit direct wordt vertaald in aantallen te bouwen sociale huurwoningen onevenwichtig is.’
