Weer een nieuwe rechtszaak over box 3 trok de aandacht van columnist Ton Oostenrijk, en dat zal zeker niet de laatste zijn.
Woensdagmorgen in alle vroegte en natuurlijk ruim voordat de deadline verstrijkt (ahum...) mag ik weer een bijdrage voor PropertyNL schrijven. De vraag is dan natuurlijk: waar gaan we iets over neerpennen? Wat is interessant? Wat houdt me bezig? Wat viel me op?
Voor wat betreft dat laatste viel mijn oog op een uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, waarvan ik toch wel dacht, holy [...] waar gaat dit in vredesnaam over? Waar houden we ons mee bezig? En waar moet de rechtspraak zich (dus) mee bezighouden? Weliswaar was het geen echte vastgoeduitspraak, maar ging het over parkeren. Bezwaar, beroep en dus ook nog hoger beroep tegen een opgelegde aanslag van parkeerbelasting. En wat was dan de discussie? Of het ophalen van een hond, een hondenkussen, voederbak, hondenbrokken, drinkbak, hondenspeeltjes (oh ja, de vermelding van hondenpoepzakjes in de uitspraak mag ik niet vergeten) valt onder het criterium ‘onmiddellijk laden en lossen’. In dat geval ben je namelijk geen parkeerbelasting verschuldigd.
Nadat de inspecteur en de rechtbank de betrokkene nul op het rekest gaven, besliste het Gerechtshof dat de betrokkene het gelijk aan zijn zijde heeft. Ik denk dan: wie hebben zich daar allemaal mee bezig moeten houden? Wat een beslag op ieders tijd en wat een kosten! En dat allemaal vanwege een paar euro parkeerbelasting (want veel langer duurt het ophalen van je hondje niet).
Een overijverige ambtenaar die een bon uitschrijft? Maar nee, het is de schuld van een scanauto, althans zo lijkt het. Een inspecteur die de hakken in het zand zet? Niemand die denkt: kunnen we dat ook anders oplossen? Streep erdoorheen? Nee, regels zijn regels. We moeten natuurlijk weten hoe we die regels moeten uitleggen en toepassen. En dan kan het gebeuren dat iemand zich principieel opstelt en denkt: ‘Ik betaal die belasting en de boete niet, maar ik procedeer het helemaal uit! Ik heb tenslotte gelijk.’ (En dat was dus ook zo.) Ook fijn voor mij natuurlijk; ik kan er weer een halve pagina mee vullen.
Een andere rechtszaak trok ook mijn aandacht. Die ging over box 3. Jaja, daar is er weer eentje, en het zal zeker niet de laatste zijn. En dat terwijl ik me nog zo voorgenomen had om dit keer niets over box 3 te schrijven. Maar ja, het is en blijft een veelkoppig fiscaal monster…
Maar deze kwestie gaat echt ergens over. De rechtbank Den Haag heeft prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad (in gewoon Nederlands is de vraag: ‘Wat moet ik hier nu – weer – mee aan?’). In de massaal bezwaarprocedure voor de jaren 2017–2022 inzake box 3 heeft de staatssecretaris van Financiën een collectieve uitspraak gedaan op alle als massaal bezwaar aangewezen bezwaarschriften (‘rechtsherstel’). De Belastingdienst herrekent voor betrokkenen op basis van deze collectieve uitspraak de door hen – alsnog – verschuldigde belasting en gaat daarbij uit van de gekozen verdeling van het box 3-vermogen tussen de fiscale partners (die gedaan is voor de collectieve uitspraak). Deze partners willen echter nadien die verdeling wijzigen. De vraag is dus: mag dat?
De inspecteur wijst hun verzoek daartoe af. De rechtbank oordeelt eveneens dat het niet meer mogelijk is, maar merkt op dat dat daar toch gerede twijfel over kan bestaan. Om daar in een vroeg stadium duidelijkheid over te krijgen, mede gelet op het grote aantal box 3-procedures, legt de rechtbank deze vraag voor aan de Hoge Raad. Zo blijven we weer lekker bezig!
Wordt vervolgd, maar eerst: een mooie vakantie(periode) gewenst.
Ton Oostenrijk MRE is belastingadviseur bij RechtStaete
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 7, 11 juli 2025