Door het voorstel van minister Keijzer om de huur van sociale huurders in 2025 en 2026 te bevriezen wordt het nog moeilijker de doelstelling van 100.000 woningen per jaar te halen.
Dat zegt Sophie Kraaijeveld, sectorspecialist Real Estate bij ING Sector Banking. Een dergelijke maatregel heeft volgens haar grote gevolgen voor de bouw van sociale huurwoningen door woningcorporaties. Ook raakt het de ontwikkelplannen van particuliere en institutionele beleggers.
De huurbevriezing komt als een onverwachte maatregel voor woninginvesteerders in Nederland. Dit versterkt het toch al onzekere investeringsklimaat voor beleggers. Een stabiel investeringsklimaat is cruciaal voor investeerders om te blijven investeren in de Nederlandse huurwoningmarkt.
Onrust
De huidige wisselende regelgeving en maatregelen zoals de huurbevriezing en wijzigingen in de WWS-puntentelling veroorzaken onrust bij huurders en beleggers. Consistent langetermijnbeleid is noodzakelijk om de problemen in de huurwoningmarkt te verlichten en structurele oplossingen te bieden. Alleen door een stabiel en voorspelbaar investeringsklimaat te creëren kunnen we ervoor zorgen dat zowel woningcorporaties als particuliere verhuurders blijven bijdragen aan het aanbod van betaalbare huurwoningen in Nederland.
Druk op financiële positie
Het is nog onduidelijk of naast woningcorporaties ook andere verhuurders van sociale huurwoningen geraakt worden door de huurbevriezing. Het is al wel duidelijk dat het invloed heeft op de bouw van nieuwe woningen door private en institutionele beleggers. Volgens de Wet Regie op de Volkshuisvesting moet namelijk tweederde van de te bouwen woningen in een regio betaalbaar zijn en 30 procent sociaal.
Als corporaties de 30 procent sociale huur niet meer afnemen doordat hun financiële positie onder druk staat, is het maar de vraag of andere investeerders dit sociale deel kunnen of willen overnemen. Zo niet, dan komt de bouw van het hele project onder druk te staan.
