Ivo van der Mark, JaJo: ‘We moeten over de horizon heen kijken’

JaJo is een cluster van bedrijven die samen zo duurzaam mogelijk de hele bouwketen bestrijken. ‘Daardoor komen we onszelf steeds letterlijk tegen’, aldus ceo Ivo van der Mark. ‘Wij gaan niet van project naar project, maar van JaJo-bedrijf naar JaJo-bedrijf.’

De geschiedenis van JaJo begint als J. Janssen en J. de Jong in 1939 een wegenbouwbedrijf beginnen in het Limburgse Horst. Ze winnen een aanbesteding voor de aanleg van zes kilometer weg in Noord-Limburg voor ƒ 25.000. Het bedrijf komt de oorlog door en blijft zich richten op wegenbouw. ‘Achter de optrekkende geallieerde legers zijn zij onmiddellijk begonnen met het herstel van door tanks vergruizelde wegen in de frontgebieden’, meldt een lokale krant. In 1952 kwam daar echter de klad in, zodat Jo de Jong ‘met een reisgids in de hand’ naar het Caribisch gebied ging en daar een opdracht wist binnen te slepen voor zestig kilometer weg en ook nog een start- en landingsbaan op Haïti. In oktober van dat jaar vertrok een vrachtschip met mannen en materieel om in Haïti aan de slag te gaan. ‘Ik zie daar wel de kernwaarden van ons bedrijf in terug’, zegt Ivo van der Mark, ceo van JaJo in het hoofdkantoor in ’s-Hertogenbosch: ‘Lef, oplossingsgericht en samen.’

Airport Aruba

De activiteiten destijds in Haïti vormden de basis voor het Caribische onderdeel van JaJo. Dat onderdeel heet Janssen de Jong Caribbean en levert een breed scala aan diensten: infrastructuur, woning- en utiliteitsbouw, onderhoud, renovatie, projectontwikkeling, productie van bouwmaterialen en zelfs innovatieve technieken zoals 3D-betonprinten. Van der Mark: ‘Een van onze projecten is bijvoorbeeld de tweede fase van de uitbreiding van Airport Aruba met een terminal.’ In Curaçao heeft het bedrijf op het vliegveld van Willemstad iets soortgelijks gedaan. Janssen de Jong Caribbean is verder actief op Bonaire, St. Maarten, St. Eustachius, Saba en Anguilla.

Liever speedboot dan mammoettanker

Het laat de breedte aan activiteiten zien die onder de JaJo-vlag worden ontplooid, geografisch en qua segment. Het concern bestaat uit 32 bouwgerelateerde bedrijven die alle een grote mate van zelfstandigheid genieten. Elk van hen werkt onder eigen naam met als pay-off ‘a JaJo company’. ‘Wij onderscheiden ons in de markt omdat al onze bedrijven specialisten zijn in hun segment met een eigen bedrijfsvoering, maar met elkaar bestrijken we de hele keten’, zegt Van der Mark. De structuur is decentraal. Bij elkaar heeft JaJo zo’n 1200 mensen in dienst, maar de bedrijven zijn nooit groter dan ongeveer honderd personen. ‘We houden dat aan als Dunbar number. Een ideale werkeenheid heeft ongeveer die omvang en ontwikkelt een eigen cultuur. Als het bedrijf groter wordt, splitsen we een deel af.’

JaJo wil geen mammoettanker zijn, maar eerder een vloot speedboten. De beslisstructuur is plat, volgens Van der Mark. Elk bedrijf dat deel uitmaakt van JaJo heeft een eigen directeur en een eigen vestigingsmanager. Van der Mark: ‘De holding hier bestaat uit veertien mensen. Daarbuiten hebben we zeventien vestigingen.’ JaJo zet zelf nieuwe bedrijven op en doet overnames. Het bedrijf probeert talent aan te trekken en te ontwikkelen. Van der Mark wijst erop dat er doorgroeimogelijkheden binnen het concern zijn door de variëteit aan bedrijven: ‘Mensen kunnen binnen het concern stappen maken.’ De activiteiten strekken zich uit over heel Nederland. Van der Mark noemt appartementen boven de Zara in Maastricht, een project in het Zeeuwse Hulst, een ander in Alkmaar en woningen in de stad Groningen. ‘Delfzijl schiet me nu ook nog te binnen.’ De regio rondom een vestiging bedienen heeft de voorkeur, ‘maar we gaan geen enkel mooi project uit de weg’.

JaJo is georganiseerd in zeven clusters, namelijk Bedrijfshuisvesting, Wonen, Projectontwikkeling, Restauratie & Renovatie, Urban Mining en Caribbean. Daarbij worden de volgende diensten aangeboden: ontwikkelen, bouwen, herstellen, oogsten en onderhouden. De jaaromzet van de groep bedraagt ongeveer € 530 mln en ontwikkeling maakt daar om en nabij de 20% van uit. Het bedrijf is in private handen en heeft enkele grootaandeelhouders. Daarnaast hebben directie en management ook een belang in het bedrijf. Van der Mark: ‘In 2024 zijn die verhoudingen iets gewijzigd. Ik ben niet alleen ceo, maar ook aandeelhouder.’

Van der Mark (1980) kreeg de leiding over het bedrijf in januari 2020, vlak voor zijn veertigste verjaardag. Daarmee ging een lang gekoesterde droom in vervulling. Hij werkte al sinds 2013 voor JaJo, waar hij commercieel directeur was bij dochterbedrijf Hercuton. Hij klom eerst op tot clusterdirecteur en later tot ceo. Zijn voorganger, Hans Smits, vroeg hem ooit: ‘Wat zou je willen worden bij dit bedrijf?’ Toen Van der Mark antwoordde ‘ceo’, zei Smits: ‘Je weet dat ik er nog zit, hè?’

Onzekerheid troef

Van der Marks aantreden was meteen een sprong in het diepe. Corona met al zijn consequenties was een test waar niemand zich op had kunnen voorbereiden. ‘Onzekerheid troef’, zegt Van der Mark. ‘Hoe zou de markt zich houden? Hoe stonden we er financieel voor? Wat zijn de gevolgen voor het personeel?’ De invoering van lockdowns en gedragsregels was voor iedereen nieuw. JaJo had daarbij ook te maken met een overzeese dochter in het Caribisch gebied, waar de hele maatschappij langere tijd leek stil te vallen. ‘Gelukkig werd in Nederland de bouw als een essentiële sector gezien’, zegt Van der Mark. ‘Dat was een voordeel. De productiviteit bleef redelijk op peil.’

Van der Mark dacht bij alles wat hij deed: wanneer doe ik het juiste? ‘Ik volgde mijn hart, meer dan mijn ratio.’ Achteraf gezien was het geweldig dat er in Nederland stimuleringsmaatregelen waren en de rente was lang laag, dus dat was heel gunstig, aldus Van der Mark. In het Caribisch gebied stokte toen de aanvoer van grondstoffen. De zaken zijn daar veranderd volgens Van der Mark, iets wat zelfs tot op heden nog doorwerkt.

Sustainability

JaJo staat zich erop voor dat het sustainability zeer belangrijk vindt. Van der Mark: ‘Dat gaat wat mij betreft verder dan duurzaamheid. Sustainability is op de lange termijn gericht, houdbaar, continuerend.’ JaJo’s pay-off ‘Closing the circle, together’ is veelzeggend. Dit verwijst naar het sluiten van de cirkel op het gebied van bouwen en ontwikkelen: JaJo zet in op een circulaire benadering, waarbij grondstoffen, gebouwen en processen zo veel mogelijk worden hergebruikt en duurzaam worden ingezet. Samenwerking – tussen medewerkers, klanten en partners – is daarbij essentieel.

Van der Mark vindt het belangrijk dat ‘we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen’. De sector is traditioneel niet erg duurzaam geweest en produceerde altijd veel afval. Dat is niet alleen schadelijk, maar het is ook een onhoudbaar model, aldus Van der Mark. ‘We moeten meer in balans komen met de omgeving en de wereld. We moeten over de horizon heen kijken.’

Omdat JaJo de hele keten bestrijkt van ontwikkelen tot bouwen, herstellen, onderhouden en urban mining komt het zichzelf, letterlijk, tegen, legt Van der Mark uit. ‘Veel bedrijven gaan van project naar project. Wij gaan van JaJo-bedrijf naar het volgende JaJo-bedrijf, omdat we ontwikkelen, bouwen en onderhouden. Investeringen op duurzaamheidsgebied lijken in het begin misschien wat duurder, maar in een latere fase pluk je er de vruchten van.’

Trots

JaJo verbetert de wereld, maar begint bij zichzelf. Het hoofdkantoor in Den Bosch is op dit moment een bouwplaats en gaat naar energielabel A. Van der Mark: ‘In Nederland verduurzamen we al onze huisvesting, we recyclen en streven naar hergebruik. Het wagenpark wordt elektrisch.’ Sinds vorig jaar geeft JaJo een CSRD (EU-duurzaamheidsrapportage) uit. Van der Mark: ‘Het beste is om het te omarmen en voorop te lopen. Ons rendement wordt niet direct verhoogd door de ambitie, maar onze mensen zijn wel trots op wat we doen. Wij dragen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid.’ De weerslag in de markt is wisselend. Volgens Van der Mark biedt de ambitie van JaJo voordelen als het bedrijf gelijkgestemden vindt bij gemeenten. Hij merkt ook dat sommige klanten in de bedrijfshuisvesting het heel belangrijk vinden.

Het bedrijf voegt de daad bij het woord met projecten, zoals appartementencomplex Knoest in Pijnacker, bedrijfsgebouw Houtlab in Nieuwkuijk en het kantoor Houtwerk 2 op Werkspoor in Utrecht. ‘We willen onze sustainability ook laten zien’, zegt Van der Mark. ‘In Nieuwkuijk is het hout–hout, tot aan de liftschachten toe. En als het soms toch met beton moet, dan circulair beton. Soms is het voor de stabiliteit onvermijdelijk.’ JaJo richt zich via Revolve Co. ook op duurzame concepten in projectontwikkeling. Het behelst een plan plus de uitvoering en ervoor zorgen dat de ambities worden gehaald. ‘Het is daardoor ook een kenniscentrum geworden voor intern gebruik.’

Consistentie en betrouwbaarheid

Volgens eigen opgave ontwikkelde Blink, de ontwikkelpoot van JaJo, vorig jaar 336 woningen. In het verleden is wel de ambitie uitgesproken om naar 700 per jaar te gaan, maar volgens Van der Mark is het doel zelfs 1000 woningen. ‘We hebben met Blink een flinke planportefeuille, maar de procedures zijn nog steeds lang.’ De markt kijkt volgens Van der Mark toch naar de overheid. Die moet een langetermijnplan hebben en zorgen voor stabiliteit, dan heb je een boodschap voor buitenlandse investeerders. Van der Mark: ‘We moeten tien, vijftien jaar consistent beleid hebben en niet dat pop-upbeleid en pleisteroplossingen, zodat je te maken krijgt met de Wet op de middenhuur en Bevriezing van de sociale huur.’ De Bevriezing van de sociale huur is weliswaar weer ingetrokken, maar volgens Van der Mark heeft het tot zoveel onrust geleid dat er toch veel schade is aangericht.

‘Achtentwintig versnellingslocaties, versoepelingsprocedures: dat is nu mogelijk, nu het kabinet demissionair is’, zegt Van der Mark. ‘Ik zou zeggen: start met de uitvoering.’ Hij kijkt uit naar een constructief, slagvaardig nieuw kabinet. ‘Consistentie en betrouwbaarheid zijn o zo belangrijk. De meningen en oneliners moeten we achter ons laten. Constructief beleid moeten we hebben.’ Dat de woonkosten de pan uitrijzen is een kwestie van vraag en aanbod, want daar zit het scheef. Kamerleden zouden er volgens Van der Mark goed aan doen soms iets minder te debatteren en die tijd te besteden aan praten met de markt. ‘Dat zou helpen, ik ben positief.’

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 7, 11 juli 2025