OV-reizigers blijven vaker thuiswerken dan automobilisten en fietsers

OV-reizigers blijven veel vaker thuiswerken dan andere reizigers, zo blijkt uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteit.

Het gebruik van het openbaar vervoer (ov) is sinds de pandemie sterker veranderd dan het gebruik van andere vervoerwijzen. Hoewel mensen na het afschaffen van alle COVID-maatregelen wel weer vaker het openbaar vervoer nemen, blijft het herstel van het aantal reizigers duidelijk achter in vergelijking met gebruikers van de auto of de (elektrische) fiets. Dit komt onder meer doordat ov-reizigers vaker thuiswerken dan automobilisten en fietsers. De verandering lijkt grotendeels structureel van aard. De pandemie is niet de enige reden voor het verminderde ov-gebruik. Ook andere factoren spelen een rol, zoals een hoge inflatie en een gedaald ov-aanbod.

Sinds de pandemie werken Nederlanders vaker thuis. Vóór de pandemie werkten zij gemiddeld 11% van de werkuren thuis, tegenover bijna een kwart van de werkuren (23%) eind 2022. De ov-forens werkte vóór de pandemie al vaker thuis (15% van de werkuren), maar doet dat eind 2022 voor meer dan een derde (36%) van de werkuren. Ook maakt de ov-forens aanzienlijk minder zakelijke reizen dan voorheen, voornamelijk door de toename van digitale vergadermogelijkheden. Terwijl werkenden eind 2022 gemiddeld 21% minder zakelijke reizen maakten in vergelijking met vóór de pandemie, was de daling onder ov-forenzen veel sterker, namelijk 55%. Daarnaast nam het aantal werkenden dat het ov kiest voor de woon-werkreis af.

 

img
Redacteur
Profiel