Nederland 4e meest aantrekkelijke vestigingslocatie hightech maakindustrie

Nederland staat op de vierde plek van de meest aantrekkelijke vestigingslanden is voor de hightech maakindustrie.

Cushman & Wakefield heeft de nieuwste editie van de Manufacturing Risk Index gelanceerd: de wereldwijde ranglijst van meest aantrekkelijke landen voor de maakindustrie.Uit de index blijkt dat Nederland met de vierde plek een van de meest aantrekkelijke vestigingsladen is voor de hightech maakindustrie.

Cushman & Wakefield verklaart deze positie uit de kracht van Nederland om succesvolle clusters te ontwikkelen waarin startups, grown-ups, bedrijfsleven, overheid en onderwijs de krachten bundelen. In Nederland is Brainport Eindhoven het sterkste voorbeeld hiervan. Op de ranglijst van vestigingslocaties voor traditionele maakindustrie staat Nederland op de 34e plek.

De Manufacturing Risk Index geeft landen een positie op basis van factoren gerelateerd aan risico´s en kosten zoals politieke en economische risico´s, marktomstandigheden en arbeidskosten. De index geeft zo een compleet overzicht van de aantrekkelijkheid van 42 landen over de hele wereld voor de traditionele en de geavanceerde hightech maakindustrie.

Jan Verhaegh, Head of Industrial Cushman & Wakefield: “Dat Nederland op de vierde plek staat is vooral te danken aan de manier waarop we in Nederland clusters maken van bedrijfsleven, onderwijs en overheid. De High Tech Campus in Eindhoven is hier het sterkste voorbeeld van waar bedrijven zoals Philips, ASML en VDL de krachten hebben gebundeld met TNO, de Technische Universiteit en de overheid om gezamenlijk de High Tech Campus te realiseren. Dit heeft deze regio op internationaal niveau als Brainport op de kaart gezet. Inmiddels wordt de doorvertaling gemaakt naar hightech maakindustrie met de ontwikkeling van de Brainport Industries Campus en Strijp T in Eindhoven, waarmee een ecosysteem wordt ontwikkeld van hightech maakbedrijven die gezamenlijk innoveren en produceren.”

Traditioneel
China is aanvoerder van de lijst voor traditionele productie en herovert hiermee de toppositie die vorig jaar in handen was van Maleisië. Maleisië staat dit jaar op de derde plek achter Litouwen. China dankt de toppositie aan de efficiënte toevoerketen en infrastructuur. Litouwen staat dankzij de lage loonkosten op de tweede plaats. De arbeidskosten in Litouwen zijn 14 procent lager dan in Polen en maar liefst 30 procent lager dan in Tsjechië. Litouwen is daarnaast een land waarmee het eenvoudig zaken doen is in vergelijking met andere landen in de regio Midden- en Oost-Europa. Het Verenigd Koninkrijk is in de ranking gestegen naar de 31ste plek door de waardedaling van de pond sterling als gevolg van de Brexit en de stijgende vraag naar goederen vanuit het buitenland.
Nederland staat in deze ranking op de 34ste plek voor Duitsland en Frankrijk. De 34ste plek van Nederland op deze ranking komt volgens Cushman & Wakefield door de relatief hoge arbeidskosten ten opzichte van lagelonenlanden. De vastgoedadviseur onderscheidt negen industrieel economisch sterke gebieden in Nederland: Amsterdam, Arnhem-Nijmegen, Brabant (oost en west), Friesland, Groningen, Rotterdam, Twente, Utrecht en Zwolle waarbij het in Eindhoven primair gaat om hightech productie.

Europa
Locatie en infrastructuur zijn de belangrijkste aspecten voor de maakindustrie. Landen in Midden- en Oost-Europa blijven hierdoor erg aantrekkelijk. Wereldwijd zijn ze sterk concurrerend omdat de arbeidskosten er relatief laag zijn en er nog steeds wordt geïnvesteerd in de infrastructuur om de verbinding met de rest van Europa te verbeteren. Met de Brexit in het vooruitzicht - en als gevolg daarvan mogelijk strengere grenscontroles tussen lidstaten van de EU - ligt de focus in deze regio niet alleen op het vrije verkeer van goederen, maar vooral ook op het vrije verkeer van arbeiders om de tekorten aan arbeidskrachten in heel Europa op te vullen. In de top 10 van traditionele productielanden staan vijf Midden- en Oost-Europese landen: Litouwen (2), Hongarije (7), Tsjechië (8), Slowakije (9) en Turkije (10). Frankrijk, Italië en Spanje hebben in 2017 de snelste groei binnen een jaar doorgemaakt en staan respectievelijk 39ste, 38ste en 30ste op de ranglijst. Deze landen hebben sinds eind 2016 een sterke groei in productie-output doorgemaakt vanwege een combinatie van lagere lonen, flexibelere arbeidswetgeving en vakkundig geschoolde arbeidskrachten.

De Manufacturing Risk Index bevestigt de druk op de wereldwijde productiesector voor verdere groei tegen steeds lagere kosten. Om groei te realiseren moeten fabrikanten zich strategisch vestigen om daadwerkelijk te kunnen profiteren van de structurele trends die het productieproces blijvend gaan veranderen, deze trends zijn:
• Technologie en innovatie;
• Polarisatie op de arbeidsmarkt (arbeidsintensief vs automatiseren);
• Protectionisme en nationalisme (EU, Brexit, NAFTA en TPP);
• Consolidatie en overnames (vooral in de hightech).