Kanttekeningen bij demissionair levenswerk Mona Keijzer

Friso de Zeeuw beoordeelde de Ontwerp-Nota Ruimte van demissionair minister Mona Keijzer. Ze scoort maar net iets hoger dan haar voorganger Hugo de Jonge.

Deze maand presenteerde demissionair minister Mona Keijzer de Ontwerp-Nota Ruimte. Wij vroegen em. prof. Friso de Zeeuw om zijn juryrapport over de Nota. Keijzer is gewaarschuwd, want het eerdere concept van haar voorganger Hugo Jonge kreeg een onvoldoende: ‘gebabbel zonder ballen’.

Hugo kreeg het rapportcijfer 4 voor zijn concept; wat krijgt Mona voor haar ontwerp?
‘Keijzer gaat over met een 6. Het ontbreken van een uitvoeringsagenda blijft een enorm manco. Het is voldoende, omdat ik vooruitgang zie in de concrete aanwijzing van 127 regionale woningbouwlocaties. Ook de aanvulling van de nationale woningbouwlocaties met vier gemeenten/regio’s is positief, net zoals meer ruimte voor ‘straatjes en wijkjes erbij’. Dat is niet echt nieuw, maar het staat nu wel verankerd in een Nota. Dat is belangrijk, want de Rijksbouwmeester en een deel van de (ambtelijke) vakwereld voelde hier niet voor. Maar ook met deze extraatjes is het een klus om ruimte te vinden voor 1,6 miljoen woningen.’

Oké, dat levert een rapportcijfer 5 op. Wat is er nog meer verbeterd?
‘De ruimte en borging van economische activiteiten en bedrijventerreinen levert wat op. De ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Groene Groei zijn ontwaakt uit hun jarenlange planologische winterslaap. Ook vind ik het positief dat er niet meer gerept wordt van sturend ‘water en bodem’, maar dat het ontwerp spreekt van ‘rekening houden met water en bodem’.’

Waarom is het nog steeds een mager cijfer?
‘De Ontwerp-Nota Ruimte staat vol brave ruimtelijke ordeningstaal (wonen en werken bij elkaar brengen; meervoudig ruimtegebruik; elke regio telt; uitgaan van eigen gebiedskenmerken; enz.).’

Dat is vooral een probleem als het de waarheid verhult.
‘Dat is ook het geval. Zo staat in de Nota dat het kabinet streeft naar een ‘rechtvaardige verdeling van de schaarse ruimte’. Rechtvaardigheid is een verhullend begrip. Het gaat om politieke voorkeuren. Je kunt zoals de BBB landbouwgrond bijvoorbeeld willen beschermen en natuur minder prioriteit geven. Je kunt ook forse ruimteclaims van Defensie honoreren. Dit zijn voorbeelden van politieke keuzes. Ook ontwerpers (planologen, stedenbouwers, landschappers) proberen vanuit hun vakgebieden de ruimtelijke indeling te beïnvloeden. Met ‘rechtvaardigheid’ heeft dat niks van doen.’

De Nota rept van ‘geen afwenteling meer’.
‘Ja, in wezen is ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling één groot af- en in-wentelingsproces. Bij voorbaat afwijzen van afwenteling kan makkelijk leiden tot ineffectieve en dure oplossingen. Een voorbeeld is dat elke regio voor zijn eigen zoetwatervoorziening moet zorgen.’

Toch lijkt dat meer te gaan over details dan over het geheel.
‘Nee, ik heb ook problemen met het geheel. Het grootste manco van deze Ontwerp-Nota Ruimte is namelijk dat een uitvoeringsagenda met organisatorische én financiële hoofdstukken ontbreekt. Die agenda moet een nieuwe minister opstellen ‘parallel aan het maken van de definitieve Nota Ruimte’. Dat die agenda na twee jaar ontbreekt, is onacceptabel. Het antwoord op de vraag ‘hoe dan?’ ontbreekt.’

Waar leidt het gebrek aan daadkracht toe?
‘Illusiepolitiek. Kijk naar de miljarden kostende infrastructuur die nodig is voor het aantal woningen, zonder een cent dekking of perspectief daarop. Zoals de Lelylijn, waarvan het spaarpotje dit jaar is geplunderd. Het rapport meldt: ‘Wij maken een uitvoeringsstrategie om infrastructuur te bekostigen.’ Dat is geen politiek beleid.’

Zijn er behalve in de infra nog meer zaken die de Nota vooruit schuift?
‘Ja, kijk naar aanwijzing van defensielocaties. Die moet in december komen en vormt een interessante test voor politieke keuzes. Dat geldt ook voor ander gebruik van landbouwgrond. Defensie én landbouw kunnen de besluitvorming over woonlocaties in de wielen rijden.’

Je bent voorzitter van de commissie STOER om ruimtelijke opgaven te versnellen en te versimpelen. Zie je daar iets van terug in de Nota?
‘Ik heb ook met een schuin oog namens de commissie naar de Nota gekeken. Het levert niet meer op dan een vraag aan Mona: waar zit – ter compensatie – de vereenvoudiging?’

De ongelukkige vignetten van Vista
De Nota Ruimte introduceert vijf ontwikkelingsstrategieën: Versterken, Initiëren, Stimuleren, Transformeren en Accommoderen, oftewel Vista. Elk van de 20 regio’s krijgt een stempel.
De lijn ‘Versterken’ is de minst ambitieuze. Friso de Zeeuw: ‘De benaming is verneukeratief; ‘consolidatie’ of zelfs ‘stagnatie’ zou beter passen. De regio waarvoor ik werk, Noord-Holland-Noord (NHN), krijgt het stempel ‘Versterken’, met als kenmerk ‘woningbouw naar eigen behoefte’. Dat is vreemd, omdat NHN ook de komende 15 jaar een omvangrijke opvangtaak voor de woningbehoefte vanuit de Amsterdamse regio vervult. Alkmaar, dat in deze regio ligt, wordt in de Nota als grootschalige woningbouwlocatie aangewezen. Een onbegrijpelijke combinatie. ‘Versterken’ blijkt te staan voor ‘autonome economische ontwikkeling’. In gewoon Nederlands: geen hulp van het Rijk bij de verdere ontwikkeling.’
Onder het motto ‘Initiëren’ blijkt Limburg-Zuid ineens een enorme economische groei te gaan doormaken, ‘waarna woningbouw volgt’. De Zeeuw: ‘Zonder uitvoeringsprogramma met financiële dekking is dit een klassiek voorbeeld van luchtfietserij. Iedereen weet hoeveel moeite het Parkstad Limburg kost om in de flow van booming Aken te komen.’
We hebben de VI van Vista gehad. Moeten we nog verder gaan? De Zeeuw: ‘Nee, doe maar niet. Het is het beste om die hele categorie-indeling maar te schrappen. Het format is niet operationeel en leidt alleen maar tot misverstanden, teleurstelling en bestuurlijke gevechten om in het juiste vakje te landen. Maak voor elke regio een toegesneden programma met een uitvoerings- en investeringsagenda en doe dat samen met die regio’s.’

img
Hoofdredacteur
Profiel