EIB: lichte daling orderportefeuilles in de bouwsector

De gemiddelde orderportefeuille in de totale bouwnijverheid is in mei licht gedaald. Ten opzichte van april nam de werkvoorraad af met 0,2 maand en kwam uit op gemiddeld 11,3 maanden werk.

Deze gegevens zijn afkomstig uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juni 2025, uitgevoerd door het Economisch Instituut voor de Bouw in opdracht van de Europese Commissie. Aan de meting namen circa 250 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien medewerkers deel.

Binnen de grond-, water- en wegenbouw liep de orderportefeuille terug met 0,3 maand tot gemiddeld 8,6 maanden werk. Specifiek binnen de grond- en waterbouw bedroeg de daling 0,4 maand, waarmee het gemiddelde uitkwam op 9,3 maanden. In de wegenbouw was de afname beperkter: 0,1 maand, met een gemiddelde werkvoorraad van 8,1 maanden.

Ook in de burgerlijke- en utiliteitsbouw was een lichte daling zichtbaar. Hier liep de gemiddelde orderportefeuille terug met 0,1 maand tot 12,9 maanden werk. In de woningbouw nam de werkvoorraad met 0,2 maand af tot 14,2 maanden, terwijl de orderportefeuille in de utiliteitsbouw stabiel bleef op 11,0 maanden.

Belemmeringen

Ongeveer de helft van de bouwbedrijven gaf aan belemmeringen te ondervinden in de productie. In de helft van deze gevallen werd personeelstekort genoemd als voornaamste oorzaak. Daarnaast meldt bijna 10% van de bedrijven een gebrek aan orders. Wat betreft de productieontwikkeling meldt circa 25% van de bedrijven een stijging in de afgelopen drie maanden, terwijl 10% een daling rapporteerde. Ruim 20% van de bouwbedrijven beoordeelt de orderpositie als groot, terwijl 5% deze als klein ervaart.

Vooruitkijkend verwacht ongeveer een kwart van de bedrijven een groei in personeelsbezetting in de komende drie maanden. Slechts 5% voorziet een afname. Verder verwacht bijna 40% van de bedrijven een stijging van de verkoopprijzen.