‘Grote kantoren maken science park kwetsbaar’

Op Amsterdam Science Park werken wetenschappers samen met bedrijven als Ahold, Bosch en ASML, maar op hun kantoorpanden zit de campus niet te wachten

Door Lizanne Schipper
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 8, 28 augustus 2020

Een festivalterrein zonder feestgangers, zo oogt Startup Village in de zuidpunt van Amsterdam Science Park. Tussen de bonte en kriskras op elkaar gestapelde containers bungelen snoeren met gekleurde lampjes. Aan de zijkant van een door een doek overspannen open ruimte staan opgestapelde lege kratten. De vakantie is aangebroken én het is coronatijd. Een enkele onderzoeker fietst over het terrein. In normale omstandigheden lopen hier dagelijks alleen al zo’n 7000 studenten rond, volgens Leo le Duc. Hij is sinds 2015 directeur van de stichting Science & Business, die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en marketing van Amsterdam Science Park.

Rij containers
Op het terrein van 70 hectare – een driehoek tussen treinspoor, A10 en het Flevopark – zijn 160 bedrijven gevestigd. Het merendeel is ondergebracht in een van de zes bedrijfsverzamelgebouwen, maar 40 start-ups mogen tijdelijk gebruikmaken van een container. In een aangrenzende rij containers wonen studenten en een groep statushouders. Gemeenschappelijke koffie-uurtjes moeten het contact met de vluchtelingen stimuleren; een fonds van de UvA voorziet in een financiële bijdrage aan hun scholing of beginnende ondernemerschap.
Eén achttiende-eeuwse boerderij staat nog in het gebied, dat in 1672 werd gewonnen op het IJ. Het café dat er nu zit, heeft de toepasselijke naam Polder. Na de Tweede Wereldoorlog vestigde wetenschapsorganisatie NWO zich hier, in de jaren zestig verrees een gebouw voor de biologiefaculteit van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Toen eind jaren ’80 de verschillende, in de binnenstad gevestigde bètavakgroepen werden samengevoegd tot de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI), rees het idee van een gemeenschappelijk onderkomen op deze plek. De universiteit begon langdurige onderhandelingen met de gemeente Amsterdam. Pas in 2010 stond er een gebouw, geschikt voor 4500 bètastudenten. Inmiddels is het studentenaantal gestegen naar ongeveer 7000, en jaarlijks neemt dat volgens Le Duc met zo’n 15% toe.

Innovatielabs tegen braindrain
Een nieuw gebouw is dus hard nodig. Over twee jaar moet Lab42 klaar zijn, met een vloeroppervlak van 12.000 m². Ongeveer een derde zal gebruikt worden voor onderzoek, nog eens een derde voor colleges en in de overige ruimte komen zogeheten innovatielabs. Daar zullen wetenschappers samenwerken met de researchmedewerkers van grote bedrijven, vooral aan toepassingen binnen artificial intelligence, volgens Le Duc een van de hot issues op het science park. Dat gebeurt nu al volop, met bedrijven als Bosch, Ahold, Reed Elsevier en TomTom. Zo heeft de UvA met het Duitse elektronicabedrijf Bosch enkele jaren geleden een contract gesloten voor gezamenlijk onderzoek naar apparatuur voor zelfrijdende auto’s.
Er zijn al 14 van zulke innovatielabs, bijvoorbeeld ook eentje met de Nationale Politie. Die vorst samen met wetenschappers op manieren om enorme databestanden beter te doorzoeken. Niet alleen voor de kas van de UvA, ook voor de ‘BV Nederland’ is deze opzet volgens directeur Le Duc gunstig. ‘Het initiatief komt van een groep hoogleraren, die zagen dat een braindrain dreigde van talentvolle afgestudeerden naar Amerikaanse bedrijven als Google en Microsoft. Zij willen het talent behouden voor Nederland en Europa.’
De bedrijven die aan de innovatielabs deelnemen, committeren zich voor minimaal vijf jaar en investeren enkele miljoenen. Le Duc: ‘We doen zaken met de ceo’s. Dat is toch anders dan een tonnetje regelen met het hoofd research.’ Voorwaarde is dat de wetenschappers opgedane kennis mogen publiceren. ‘Er zijn wel eens bedrijven om deze reden afgehaakt, ja. Maar onze wetenschappelijke principes mogen we niet verkwanselen.’

Geen kantoren van multinationals
Le Duc is niet zo geïnteresseerd in de vestiging van grote kantoren van multinationals op de campus, alleen in researchafdelingen. ‘We zitten niet te wachten op een gebouw van Microsoft met honderden mensen. Zo’n bedrijf hoort twee metrohaltes verderop, op de Zuidas.’ Amsterdam Science Park heeft nog pakweg 120.000 m² nieuw te ontwikkelen vloeroppervlak te vergeven, en een groot bedrijf zou daarvan een flink deel opslokken. ‘Dat zou afbreuk doen aan de diversiteit. Wij willen partijen verbinden door thema’s te onderzoeken, geen keuze maken voor een paar grote bedrijven.’ Dat maakt zo’n gebied ook kwetsbaar, vindt Le Duc. ‘Sommige science parks hebben een apart team opgetuigd om multinationals binnen te halen. Ik heb daar ook wel eens over nagedacht. Maar zulke verhuizingen zijn zo schaars. Ja, de researchafdeling van Unilever ging vorig jaar van Schiedam naar Wageningen, maar daar is járen aan getrokken. Stel dat bij zo’n bedrijf twee of drie jaar later een nieuwe directeur aantreedt die liever naar Duitsland gaat, dan heb je opeens niks meer.’

Matrix-gebouwen
Le Duc pakt het anders aan: hij zet in op bedrijfsverzamelgebouwen met ruimte voor samenwerking, onderling en met wetenschappers. Daarvan zijn er nu zes: Matrix 2 tot en met 7. Het begon met de renovatie van enkele oude biologiegebouwen. Matrix 5 was het eerste nieuwe pand en werd eind jaren ‘90 ontwikkeld vanuit een zelfstandige BV. Die reserveert een deel van de huurinkomsten en steekt dat vervolgens na enkele jaren in een nieuw pand, aangevuld door een banklening.
Matrix 7 werd ongeveer een jaar geleden opgeleverd en is een mooi voorbeeld van hoe het er op het science park aan toegaat. Het natuurkunde-instituut van NWO onderzoekt samen met chipmachineproducent ASML de mogelijkheden van machines voor de productie van nóg kleinere chips. Beide partijen investeerden miljoenen in een samenwerkingsverband van tien jaar. Le Duc: ‘Traditiegetrouw begin je dan in een nieuw gebouw.’ Dat werd Matrix 7, waarin op de begane grond de samenwerkingspartners hun intrek namen, terwijl zich op de hogere verdiepingen kleinere bedrijven vestigden die actief zijn in aanverwante technologieën.
Volgens Le Duc past deze opzet in een trend. ‘In de jaren ’90 schermden bedrijven hun research af, ze waren bang voor de weglek van kennis naar kleinere bedrijven. Dat is nu totaal veranderd; ze kiezen voor intensieve samenwerking. Wij bieden die mogelijkheid, en zetten daar sterker op in dan andere science parks.’
Het gaat Amsterdam Science Park niet om het verkopen van grond, benadrukt de directeur. ‘Dat is niet onze main business. Ik krijg wel eens de vraag of de High Tech Campus Eindhoven nu onze grote concurrent is. Er is echter geen groter verschil denkbaar. Daar zit Marcel Boekhoorn, hier een wetenschappelijke organisatie. Wat wij willen, is de impact van de wetenschap vergroten.’ Toch moet het geld ergens vandaan komen, en daar zorgen de huurinkomsten uit de Matrix-gebouwen voor. ‘Ook daarom is het goed dat dit onderdeel blijft groeien’, beaamt Le Duc.

Matrix 1
Naast Lab42 gaat dit najaar ook de eerste paal de grond in van Matrix 1, een nieuw kantoor- en laboratoriumgebouw dat over een kleine twee jaar gereed moet zijn. Dat de Matrix-serie nu nog bij nummer twee begint, klinkt overigens mysterieuzer dan het is. Er was ooit een Matrix 1, maar dat gebouw werd verkocht aan de universitaire ICT-organisatie Surf. Het nieuwe pand, naar een ontwerp van MVRDV en met een gepland vloeroppervlak van 13.000 m², krijgt ‘een groene waas’, zegt Le Duc. Niet alleen wordt het gebouw zelf duurzaam, met onder meer een demontabele uitvoering van de zes etages, groen wordt ook de toekomstige bedrijvigheid en onderzoek in het pand. Zo zal gewerkt worden aan technologieën die de CO2-uitstoot verlagen en de landbouw verduurzamen.
Op een deel van de geplande kantoorruimte in Matrix 1 zijn al opties genomen, aldus Le Duc. Concreter wil hij nog niet worden, maar in deze onzekere tijd ‘zegt dat wel iets’, vindt hij. Bang voor de effecten van de coronacrisis is hij niet. ‘De bezetting van onze kantoor- en bedrijfsruimte is nu 98%. Meestal is er een wachtlijstje voor nieuwe huurders, al is nu wat ruimte ontstaan doordat twee bedrijfjes drie maanden geleden zijn vertrokken. In de vorige, hevige crisis in 2008 zakte de bezetting naar 92%, nog steeds hoog. Wetenschap is iets van de lange adem, en is niet sales-afhankelijk.’ De enige zorg is dat het kantoorgebruik onder invloed van corona mogelijk structureel zal terugvallen. ‘We gaan kijken naar wat dat betekent voor onze kantoorruimte. Het kan een reden zijn om de ontwikkeling van nieuwe labs voorrang te geven. Daarvoor moeten medewerkers toch echt hier zijn.’

Hotel
Nog 120.000 m² kan er in het gebied dus bij, onder meer op de plek waar nu de hippe containers van Startup Village staan. Directeur Le Duc maakt zich onder andere hard voor een conferentiecentrum met hotel. De gemeente Amsterdam heeft de nieuwe ontwikkelvisie van het science park, met onder meer dit voorstel, vorig jaar aangenomen. Nu is het wachten op de tenderprocedure. Waarom een hotel? ‘We hebben 3000 onderzoekers en die willen hier ook wel eens een conferentie houden. In oktober is er in Zaandam een internationale AI-conferentie. Zoiets moet je hier toch ook kunnen faciliteren? Zo zorg je voor meer naamsbekendheid, zet je Amsterdam op de kaart als kennisgebied.’ Dat wordt hoog tijd, vindt Le Duc, juist in een tijd waarin het toerisme hard wordt geraakt. ‘Amsterdam is lange tijd ondergesneeuwd door toerisme, het begon een mono-economie te worden. Terwijl we 110.000 studenten en 12.000 onderzoekers in de stad hebben. Schuif Amsterdam toch naar voren als kennisgebied. De komst van het Europees geneesmiddelenbureau EMA vorig jaar is een mooie opmaat.’
Daar mogen wat Le Duc betreft best wat meer overheidsinvesteringen tegenover staan. In een gezamenlijk manifest deden de grote Nederlandse science parks begin deze zomer een oproep aan de politiek om de tien topcampussen te ondersteunen met € 100 mln uit het beoogde groeifonds – het Wiepke-fonds, noemt Le Duc het. Voor een betere logistieke ontsluiting bijvoorbeeld en financiële steun aan onrendabele toplaboratoria. Of het erin zit? ‘Wie weet.’

Toplocaties
De rubriek Vestigingslocaties brengt de zogenoemde ‘toplocaties’ in beeld die het Rijk in 2017 benoemde in de ruimtelijk-economische ontwikkelingsstrategie (REOS), om te beginnen met een reeks science parks. In vorige afleveringen kwamen de science parks in Leiden, Eindhoven, Utrecht en Delft aan bod. Amsterdam Science Park luidt de serie uit.

Amsterdam Science Park
70 hectare
Gevestigd: bètafaculteit UvA en onderzoeksinstituten NWO + 160 bedrijven: start-ups en spin-offs UvA, scale-ups en onderzoeksafdelingen van grote bedrijven
Grondeigenaren: NWO, UvA, gemeente Amsterdam
Eigenaren gebouwen: Matrix BV (Matrix-bedrijfsverzamelgebouwen): nu 26.000 m², UvA (universiteitsgebouwen): nu 86.000 m², NWO (onderzoeksinstituten): 40.000 m², datacenters: 62.000 m²
Nog te ontwikkelen: 120.000 m²