Top-100 Vestigingsplaatsen: VNG - ‘De kracht zit in de regio’

De VNG helpt gemeenten om er na een zwaar jaar weer bovenop te krabbelen. Onderdeel is een goed vestigingsklimaat. En dat organiseer je regionaal, aldus Jeroen Joon.

Door Lizanne Schipper
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 5, 28 mei 2021

Jaarlijks moet het 1500 banen, 2000 verse studenten en 30 nieuwe start-ups opleveren: het thema veiligheid en digitalisering waarop de stad Apeldoorn de komende jaren inzet. Omliggende gemeenten in het eigen Gelderland en het naburige Overijssel doen mee, net als lokale ondernemers, de Koninklijke Marechaussee en onderwijsinstellingen als Hogeschool Saxion, de Politieacademie en de Universiteit Twente. ‘Het bordje gaat nu op de deur, en volgend jaar starten we met 20 opleidingen in een pand aan het Stationsplein’, aldus wethouder EZ Jeroen Joon. ‘Digitale veiligheid is een van de grote thema’s. De risico’s van ondermijning maken ons ontzettend kwetsbaar, we moeten de boefjes een stap voor zijn. Ik weet zeker dat op dit thema straks ook internationale bedrijven afkomen.’

Regionale samenwerking
Het is een voorbeeld van denken in thema’s gecombineerd met een regionale aanpak. Zo krijg je Nederland internationaal op de kaart en stimuleer je werkgelegenheid en welvaart, is de overtuiging van wethouder Joon. Hij is sinds kort ‘trekker van de regionale economie’, onderdeel van de Taskforce economisch herstel die Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in maart dit jaar in het leven riep. Daarin werken vertegenwoordigers van de steden en van samenwerkingsverbanden van kleinere gemeenten aan een gezamenlijk herstelplan.
Die regionale samenwerking geldt al langer als dé manier om Nederland te profileren als aantrekkelijke vestigingslocatie. Gemeenten werken intensief samen in regionale ‘economic boards’ en een groeiend aantal regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) brengt thematisch verbonden regio’s in het buitenland voor het voetlicht. Joon: ‘De regionale economie is steeds relevanter. Wil je op Europees niveau of op wereldschaal opereren, dan kun je het als individuele gemeente – afgezien van de G5 misschien – niet alleen doen. Om sterk en zichtbaar te zijn, zul je de krachten moeten bundelen. We moeten grensoverschrijdend – of liever eigenlijk grensontkennend – zijn en per regio het onderscheidend vermogen ontwikkelen. Duizend bloemen laten bloeien, werkt niet meer. Al moet je de brede economie natuurlijk niet verwaarlozen.’

Regiodeals
Een aantal regionale thema’s in Nederland is al uitgekristalliseerd. Al was het maar omdat zij tientallen miljoenen incasseerden via een van de dertig Regiodeals, waarin het Rijk sinds 2018 opgeteld een klein miljard stak. Foodvalley bijvoorbeeld, dat innovatie in de landbouw- en voedingssector stimuleert met samenwerkingspartners uit de provincies Utrecht en Overijssel. Of zorginnovatienetwerk Health Valley, met deelnemers in Gelderland, Overijssel en Noord-Brabant. Daarbij trekken ook de drie o’s samen op: overheid, onderwijs en ondernemers.
Sommige thema’s dringen zich min of meer vanzelf op. Zoals veiligheid en digitalisering in Apeldoorn en omstreken, waar toch al alle onderdelen van de krijgsmacht gevestigd zijn. Maar hoe bepaal je zo’n regionale focus als dat minder evident is? Joon: ‘Je zult met elkaar moeten bepalen waarin je je onderscheidt. Het werkt niet om een regio geforceerd een speerpunt op te leggen. Je hebt te maken met een bestaande cultuur, een DNA van het gebied. We kunnen met elkaar veel moois bedenken, maar de economie is maar beperkt maakbaar. Brainport in Eindhoven doet het bijvoorbeeld supergoed, maar niet elke regio is enorm krachtig, het lukt niet overal.’ Dan nóg is het zinvol om elkaar op te zoeken, vindt Joon. Ook voor het versterken van de lokale economie hebben gemeenten elkaar volgens de wethouder nodig. ‘Dan kun je kijken naar de ‘daily urban systems’: hoe is de regio logisch verbonden, hoe lopen de stromen in wonen, werken en onderwijs?’

Elkaar iets gunnen
Met of zonder overtuigend gemeenschappelijk thema, als gemeenten moet je elkaar ook wat gunnen, aldus de wethouder. ‘Met elkaar concurreren als vestigingslocatie heeft echt geen zin. Je moet het belang van de regio dienen: waar kan een bedrijf dat een locatie zoekt het beste landen? Niemand is erbij gebaat dat het op de verkeerde plek terecht komt. Ik denk dat iedereen wel overtuigd is van het belang van een goede afstemming.’
Ook kleine gemeenten moeten mee, betoogt Joon. Voorwaarde is dat hun bedrijventerreinen up-to-date blijven. ‘Het is ontzettend belangrijk voor hun vitaliteit en leefbaarheid dat lokale werkgevers niet naar de grotere steden trekken. Hoe houd je anders bijvoorbeeld de sponsoring van het lokale verenigingsleven op peil?’ En het gaat verder dan een bloeiende lokale economie. Kleine gemeenten spelen ook een rol bij het lokken van grote, buitenlandse ondernemingen. Die vestigen zich vaak in grotere steden, maar hun werknemers zoeken als woonplaats vaak omliggende groene dorpen op. ‘Je werkt hier, je woont elders. Zo profiteren ook de kleine gemeenten van een aantrekkelijk internationaal vestigingsklimaat.’

Wereldschaal
Nederland staat er internationaal goed op, aldus Joon. In 2019 vestigden zich 397 buitenlandse ondernemingen in ons land. De definitieve cijfers over 2020 zijn nog niet bekend, maar volgens de Apeldoornse wethouder liep het ondanks corona prima door. ‘Op wereldschaal doet Nederland het economisch relatief heel goed. We laten zien dat we diepe dalen kunnen opvangen en we zijn blijven inzetten op de kenniseconomie en regionale innovatie. Bedrijven vestigen zich hier niet voor vijf jaar, maar voor de lange termijn. Dan is het belangrijk dat een land conjuncturele fasen goed opvangt, met een sterke arbeidsmarkt en een hoge productiviteit.’
Succesvolle buitenlandse bedrijven zijn welkom, om de innovatiekracht en de lokale banen die zij scheppen. Maar er moet wel ruimte zijn. Ook voor de verdeling van schaarse locaties is regionale samenwerking onmisbaar, aldus Joon. Neem de toestroom van logistiek dienstverleners met distributiecentra die vele meters vergen. De wethouder wil ze niet wegzetten als ‘logistieke dozen’, hij vindt ze tegenwoordig soms best mooi. ‘En stiekem genereren zij werkgelegenheid voor honderden praktisch geschoolde medewerkers, mensen die je als gemeente graag in het arbeidsproces betrekt.’ Dat neemt niet weg dat Apeldoorn er geen ruimte voor heeft, erkent Joon. ‘Nee, ik zit niet te wachten op een enorme vestiging van Bol.com. Daarmee zou ons nieuwe bedrijventerrein Ecofactorij II in één keer opgesoupeerd zijn. Alleen voor wat kleinere logistieke spelers is hier ruimte. Voor bedrijfsruimte zijn we in onze regio nog op zoek naar omgerekend 140 voetbalvelden.’ Vandaar dat de wethouder in de stedendriehoek met onder andere Deventer en Zutphen bespreekt waar welke capaciteit beschikbaar is. Daar is bijvoorbeeld uit gekomen dat in Deventer langs de A1 nu nog ruimte genoeg is voor grootschaliger bedrijvigheid. ‘Wij verwijzen bedrijven door als ze bij ons aankloppen; we gunnen Deventer van harte mooie bedrijven die zich daar vestigen. Het liefst behouden we die bedrijvigheid wel voor deze regio.’

Je kunt dit niet alleen
In grensontkennend regioverband internationale bedrijven verleiden, dat is de strategie van de Nederlandse gemeenten. Maar hoe weids de blik ook is, het lokale ondernemersklimaat onderhouden is net zo belangrijk. Al was het maar om de gevestigde bedrijven te behouden. Wethouder Joon groeide zelf op in een ondernemersgezin: zijn vader had een bedrijf in persluchtgereedschappen en zijn moeder een eigen schoonheidssalon. Zelf werkte hij, voordat hij voor het openbaar bestuur koos, onder meer bij Kruidvat Holding, snoepfabrikant Leaf International en ketchupproducent Heinz, en daarnaast had hij 12 jaar zijn eigen adviesbureau. Joon spreekt dikwijls met ondernemers uit zijn stad om hun wensen te inventariseren en onderlinge samenwerking aan te jagen. ‘Ik heb twee calls per week met groepjes ondernemers en we organiseren regelmatig ‘talking dinners’ met telkens vijf ondernemers, nu natuurlijk online.’ Ook lokale ondernemers helpen lukt volgens de wethouder het beste samen met omringende gemeenten, die bijvoorbeeld een fijn woonklimaat voor werknemers bieden of onmisbare toeleveranciers huisvesten. ‘Je kunt dit niet alleen, ook als centrumgemeente niet. De kracht zit in de regio.’