De Canadese grootaandeelhouder Richard Baker van Hudson’s Bay zou proberen om onder ruim € 129 mln aan verplichtingen jegens Nederlandse beleggers uit te komen. Hij heeft vermogen weggesluisd naar Bermuda.
Dit blijkt uit een civiele zaak die ASR, Kroonenberg Groep, Wereldhave (Royalton Hill) en Unibail-Rodamco-Westfield in Vancouver hebben aangespannen tegen winkelketen Hudson’s Bay. Grootaandeelhouder Richard Baker heeft Hudson’s Bay vorig jaar maart van de beurs gehaald en daarna de waardevolle bezittingen aan het zicht onttrokken door ze naar Bermuda te verhuizen.
De Nederlandse beleggers claimen in deze zaak nog € 129 mln tegoed te hebben van Hudson’s Bay aan huurinkomsten uit 2016 en 2017 vanwege het Nederlandse warenhuis-avontuur. Hudson’s startte met de overname van de warenhuizen van V&D en eindigde met een faillissement in 2019 waarbij 1400 medewerkers op straat kwamen te staan.
15 winkels
Hudson’s had 15 filialen gehuurd van beleggers. In deze zaak gaat het over acht van de 15 winkels, waarvan vier van ASR (Amersfoort, Leiden, Haarlem en Amstelveen), twee van Kroonenberg Groep (Amsterdam en Breda), één van Wereldhave (vroeger Royalton in Tilburg) en één van URW (Almere). De achterstallige huren bedragen € 61 mln voor ASR, € 25 mln voor Kroonenberg, € 23 mln voor Wereldhave en € 20 mln voor Unibail.
Hudson’s Bay heeft eerst geprobeerd alle schulden op de gefailleerde Nederlandse vennootschap weg te werken, maar dat lukte niet omdat de moederonderneming van Hudson’s Bay garant stond voor de meeste schulden aan de Nederlandse beleggers. Vorig jaar verloor Hudson’s Bay alle rechtszaken tegen de beleggers, maar de Canadezen gingen niet betalen.
Op 3 maart vorig jaar werd Hudson’s Bay van de Canadese beurs gehaald en kort daarna werden onder auspiciën van de nieuwe eigenaar NRDC Equity Partners van Richard Baker, de Amerikaanse vastgoedbezittingen naar een nieuw bedrijf op de Bermuda’s gesluisd, HBC Bermuda geheten. De eilandengroep staat bekend als belastingparadijs en is berucht om zijn intransparantie over de gestalde vermogens. De president real estate van Hudson’s Bay, Ian Putman, heeft het wegsluizen van de assets naar Bermuda toegegeven, zo blijkt uit de stukken. Putman noemt dit echter een normale reorganisatie.
Paulianeus handelen
De Nederlandse partijen vermoeden echter dat Hudson’s Bay frauduleus handelt door geld weg te sluizen, waardoor de concerngarantie waardeloos wordt. Als gevolg van Covid-19 zou het bedrijf wereldwijd steeds moeilijker aan zijn verplichtingen kunnen voldoen, waardoor wegsluizen zou vallen onder paulianeus handelen – het benadelen van bepaalde krediteuren.
Hudsons’s exploiteert door covid getroffen warenhuizen onder eigen naam en heeft ketens zoals Galeria Kaufhof, Saks Fifth Avenues en Saks Off Fifth.
Als advocaat treedt Dentons in Canada op voor URW, Wereldhave, ASR en Kroonenberg. In Nederland treden Wendela Raas en Jeroen le Clercq van Dentons op voor URW en Wereldhave, en treedt Jones Day op voor ASR en Kroonenberg. Omdat het dezelfde actie betreft hebben partijen in Canada dezelfde advocaat genomen.
CBRE Global Investors is ook verwikkeld in juridische actie tegen Hudson’s Bay, maar die speelden tot nu toe in de Verenigde Staten. CBRE Global Investors heeft nu ook besloten in Canada stappen te ondernemen tegen Hudson’s Bay, maar dit traject staat los van de andere Nederlandse partijen.
In Nederland speelt ook nog het verwijt van Hudson’s dat Nederlandse beleggers een kartel zouden vormen. Dat kartel zou zijn aangevoerd door Lexence. Deze kwestie van het kartel is door de rechtbank eerder van de hand gewezen, maar Hudson’s Bay is wel in hoger beroep gegaan met Allen & Overy. Deze zaak loopt nog.
