De dubbele huurbevriezing maakt de Nationale Prestatieafspraken onuitvoerbaar, juist nu woningcorporaties op koers liggen met hun nieuwbouw, stellen Johan Conijn en Yves Baljet van Finance Ideas.
Recent heeft het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) een notitie gepubliceerd over de effecten van de dubbele huurbevriezing. Het EIB concludeert dat het niet zo erg is dat de Nationale Prestatieafspraken (NPA) en de afspraken van de Woontop (december vorig jaar) voor woningcorporaties financieel onhaalbaar worden, omdat die afspraken volgens het EIB toch niet realistisch zijn. Die conclusie is niet op feiten gebaseerd, stellen Johan Conijn en Yves Baljet van Finance Ideas.
De afgelopen jaren is de nieuwbouw van sociale huur door woningcorporaties sterk gestegen: van 15.500 in 2022 naar 21.000 in 2024. Ten opzichte van de huidige NPA liggen woningcorporaties momenteel vóór op schema. Er is dan ook geen enkele reden om te veronderstellen dat de nieuwbouwafspraken van NPA niet gehaald worden. Het is door de dubbele huurbevriezing dat de afspraken onhaalbaar worden, aldus Conijn en Baljet.
Het EIB onderschat volgens hen de impact van de dubbele huurbevriezing door uit te gaan van de ‘gemiddelde’ woningcorporatie. Die gemiddelde woningcorporatie bestaat echter niet. In werkelijkheid bevinden 81 corporaties zich al in 2026 onder of nabij de kritieke financiële grens. Nog eens tientallen zitten daar niet ver vanaf. Samen zijn de 81 woningcorporaties verantwoordelijk voor 38% van de nieuwbouwopgave. De bevriezing betekent voor hen een directe aanslag op hun investeringscapaciteit, en daarmee op de nationale doelstellingen.
Bezuinigingen op de uitgaven voor onderhoud en beheer bieden hooguit in beperkte mate verlichting. Woningcorporaties hebben een verouderende woningvoorraad en worden geconfronteerd met stijgende onderhoudsopgaven. Achterstallig onderhoud raakt direct het woongenot van huurders en komt daarmee in strijd met goed verhuurderschap. Nieuwbouw financieren met de verkoop van huurwoningen is geen oplossing voor het probleem dat de kritieke financiële grens is bereikt. Door nieuwbouw via verkoop verbetert de kritieke financiële grens amper, stellen Conijn en Baljet. Als woningcorporaties geen leningen meer kunnen aantrekken omdat de financiële grens is bereikt, raakt dat het investeringsniveau met minder nieuwbouw en woningverbeteringen als gevolg. Zonder toereikende compensatie of het schrappen van de dubbele huurbevriezing worden de NPA in belangrijke mate onuitvoerbaar, terwijl woningcorporaties juist nu de opgaande lijn te pakken hebben, concluderen zij.