Prins Bernhard jr. als gezicht van framing woningbeleggers

Voor woningbeleggers ging enkele jaren terug de rode loper uit. Nu vormen deze beleggers de kop van jut, met als bekendste vertegenwoordiger prins Bernhard jr.

Door Wabe van Enk
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 5, 28 mei 2021

De Parool-journalisten Michel Couzy en Maarten van Dun hebben het met hun nieuwe boek ‘Zakenprins’ wel geprobeerd. Ze wilden een boek schrijven zonder zwart/wit-schildering, schrijven ze. Daarom noemden ze het boek ‘zakenprins’ en niet ‘pandjesprins’, het stigma waarvan voormalig Quote-hoofdredacteur Sander Schimmelpenninck prins Bernhard jr. in 2018 voorzag.

Grijstinten vallen weg
De prins wilde echter niet meewerken aan het boek. Hij voorzag dat het zou misgaan. ‘Het wordt toch een kutboek’, zei hij tegen de hoofdredacteur van Het Parool, en hij kreeg gelijk. Het boek kan niet loskomen van de hetze tegen woningbeleggers. Dat blijkt al uit het omslag van het boek, dat duidelijk is geïnspireerd op de postercampagne van Yuri Veerman ‘Nu in Amsterdam, de prins met 349 huizen – Geen sprookje’.
Met de cartoon met bril krijgt de lezer al een frame van de prins, waarbij de grijstinten wegvallen die de schrijvers zeiden te beogen. Het is de vraag of iemand met republikeinse trekjes dit boek dan nog nodig heeft. Het boek drijft op de stigmatisering van woningbeleggers, met als klap op de vuurpijl het PvdA-voorstel voor een prins Bernhard-belasting. Het boek voldoet ook niet voor de lezer die vindt dat prinsen die niets van de staat krijgen hun ondernemerschap moeten kunnen uitoefenen, omdat de businesscases niet goed zijn uitgewerkt. Zo krijgt niemand wat hij wil.

Geen volwaardige biografie
De schrijvers vermelden dat het geen volwaardige biografie betreft. Door citaten uit de biografie van Pieter van Vollenhove krijgt de lezer een gevoel bij de achtergrond van de prins en de frustraties van de vader die geen prins mocht worden. Veel ‘blauw bloed’ stroomt er niet door het boek: over het huwelijk met Annette Sekrève en de komst van de drie kinderen komt de lezer nauwelijks iets te weten. Ook zijn omgang met de levensbedreigende non-Hodgkin lymfklierkanker blijft aan de oppervlakte.
De schrijvers willen zich concentreren op zijn zakelijke activiteiten, maar daar kan een boek niet op drijven. Daarvoor is Bernhard een te kleine speler, ook voor PropertyNL. Pinnacle, met een belangrijke gebiedsontwikkeling als het mediapark in Hilversum, is zeker de moeite waard voor PropertyNL-lezers, maar over de verwerving en exploitatie daarvan geeft het boek geen nieuwe inzichten. Bovendien stopte de prins drie jaar terug als bestuurder ervan.
Bernhards hoofdactiviteit is niet het vastgoed, maar IT. Hij is oprichter/grootaandeelhouder van IT-outsourcer Levi9, met vooral Servische inhuurkrachten. Levi9 had in 2019 meer dan 1000 werknemers en behaalde € 9,5 mln nettowinst op een omzet van € 51 mln. Het is een bijzondere prestatie om zo’n bedrijf uit de grond te stampen. Geen van de Oranjeprinsen doet hem dat na, en hoeveel Nederlanders kunnen dat?

Vermanend vingertje
Maar dat compliment hoor je niet te geven, want op alles wat prinsen doen, is het morele oordeel van de schrijvers van toepassing. Zo wijzen de schrijvers op de outsourcing van IT-personeel naar Servië, terwijl Willem-Alexander Nederland juist op de kaart wil zetten – alsof dat vergelijkbare grootheden zijn.
Het blijft echter niet bij het vermanende vingertje over Levi9. Het wordt pas echt prijsschieten wanneer Bernhard in het vastgoed gaat. Het boek beschrijft het vastgoedproject Park City in de Servische stad Novi Sad, dat de prins opzette met Cor van Zadelhoff, de grootste lokale ontwikkelaar (Vojislav Gajic) en de Oostenrijkse Raiffeisenbank. Met een beloftevolle locatie, een gegarandeerde huurder (Levi9 zelf), een ingevoerde ontwikkelaar en een internationale financier, zijn de punten voor een goede businesscase afgevinkt. Als de kredietcrisis losbarst, trekken de Nederlanders – onder wie de prins – zich echter terug.
Hoewel het boek niets meldt over de schade, creëren de schrijvers een sfeer van Schadenfreude. Daarbij wordt Van Zadelhoff neergezet als iemand die valt voor de praatjes van een prins. Dat zal de lezer erg onwaarschijnlijk in de oren klinken: Van Zadelhoff heeft immers bewezen een neus te hebben voor mensen, stenen en rendement.

Karikatuur
De meeste reputatieschade veroorzaakt echter het framen van Bernhard als ‘pandjesprins’. Hij investeert zoals miljoenen Nederlanders (direct of indirect via pensioenfondsen) in woningen voor de oude dag. Die investeringen zijn van groot belang, omdat elke euro in de woningsector bijdraagt aan een betere marktwerking en het tegengaan van schrijnende tekorten. Dat tekort is ontstaan doordat de overheid met de corporaties miljarden heeft onttrokken aan de ‘volkshuisvestelijke taak’, zoals dat netjes heet.
Politici en ook dit boek framen woningbeleggers, alsof zij verantwoordelijk zijn voor het tekort aan betaalbare huurwoningen. De meest effectieve framing is om de huisjesmelker een gezicht te geven: de pandjesprins met de zwarte bril-karikatuur.
Beleggers kunnen alleen met argumenten ageren tegen de karikatuur en dat doen IVBN en Vastgoedbelang dan ook met verve, maar ze kunnen natuurlijk niet en passant een prins gaan beschermen.

De randen opzoeken
Het boek geeft ook aanleiding voor wat vragen over de investeringsprojecten van de prins. Met Hans Pérukel, die bekend is door exploitatie op het internet van seksshows van Casa Rosso, investeert hij in radiozender Wild FM. Het wordt een faillissement. Wild FM en Bernhard schikken met de curator wegens vermeend paulianeus handelen.
Ook ongelukkig is zijn commissariaat bij het teloorgegane beursfonds Antonov. Zijn compagnon was de voor handel in voorkennis veroordeelde Marius Ritskes. Dat Bernhard als commissaris voor het faillissement zijn biezen pakte, kan amper als goede timing worden gekwalificeerd.
Ook niet handig is dat Pinnacle kampt met een negatief eigen vermogen, drie jaar op rij verlies heeft gemaakt en € 33 mln kortlopend krediet heeft, terwijl het verantwoordelijk is voor essentiële media-infrastructuur.
In het verleden kwamen deals van het koningshuis voorbij waarbij vastgoedadviseurs te trots waren om hun geheimhoudingsverklaring in stand te houden. Kenmerk van deze deals was dat er niet het maximale uit moest komen, maar dat discretie en de integriteit van de koper voorop stonden. Het boek geeft informatie waaruit blijkt dat Bernhard wel de randjes op zoekt.

Noblesse oblige
Wat rest de prins? Pr-kantoor Charles Huijskens is daar in het boek duidelijk over. Hij moet kiezen: óf lekker ondernemen zonder prinselijke titel óf zich concentreren op goede doelen, zoals het door hem opgerichte kankerfonds Lymph & Co. De prins was van deze keuze niet gediend en schoof het bureau terzijde.
Het zou goed zijn wanneer de familie Van Oranje zijn licht opstak bij niet-koninklijke vermogende Nederlandse families. Onder het adellijke motto ‘noblesse oblige’ roepen zij nazaten tot de orde die te zeer de grenzen opzoeken. Voorbeelden zijn de families Brenninkmeijer en Fentener van Vlissingen. De laatste familie heeft de Oranjes eerder uit de wind gehouden door het gewraakte villaproject van prins Alexander in Mozambique over te nemen.
Ook kan Bernhard zich laten bijscholen door geroutineerde oud-politici. Denk aan grand old lady Neelie Kroes. Zij laveerde door elke storm, of het nu de ict was (Willem Smit), het vastgoed (Paarlberg) of de financiële wereld (Panama Papers) – een baken in zee voor de zakenprins.

Het boek ‘Zakenprins’ van Michel Couzy en Maarten van Dun verscheen onlangs bij uitgeverij De Bezige Bij.