In een reactie op Kamervragen over het IBO-rapport blijven die vragen grotendeels onbeantwoord.
De minister verwijst in haar antwoord op de vragen van het Kamerlid Welzijn (NSC) over het Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) Huursector naar een kabinetsreactie die volgt in het najaar. ‘Daarmee blijft het politieke debat over de aanbevelingen uit het IBO voorlopig uitgesteld’, aldus Claudia van Meurs-Janssens, senior advocaat huurrecht bij Act Legal, voorheen act FORT.
De vragen zijn gesteld naar aanleiding van het IBO-rapport 'Thuisgeven', dat op 7 juli aan de Tweede Kamer is aangeboden. Het rapport bevat een breed palet aan beleidsanalyses en aanbevelingen over de werking van de huurmarkt, waaronder de fiscale behandeling van koop versus huur, de positie van starters en middeninkomens, en de verdeling van woonruimte.
‘De beantwoording van de Kamervragen biedt daarmee vooral een bestuurlijke tussenstand,’ zegt Van Meurs-Janssens. ‘Zo wordt verkend in hoeverre woningcorporaties meer ruimte kunnen krijgen om middenhuurwoningen te realiseren, onder andere via borging.’
Wetswijzigingen
De minister wijst daarbij op de noodzaak van wetswijzigingen en overleg met private investeerders. Ook wordt ingegaan op de motie van NSC over het opzetten van een basishuurregister. De minister streeft ernaar om nog in 2025 met concrete voorstellen te komen, al erkent zij dat een volledig werkend register op korte termijn niet haalbaar is.
‘Daarnaast wordt voortgang gemeld op het terrein van hospitaverhuur en woningdelen,’ schrijft Van Meurs-Janssens. ‘Er is een wetsvoorstel in voorbereiding dat hospitaverhuur moet stimuleren via een speciaal huurcontract met aangepaste voorwaarden.’ Ook worden handreikingen en beleidsinstrumenten ontwikkeld om woningdelen en woningsplitsing te faciliteren, onder meer via Platform31 en aanvullende onderzoeken.
Een ander belangrijk thema in de Kamervragen, aldus Van Meurs-Janssens, betreft de versnippering van woonruimteverdeelsystemen. Het IBO-rapport constateert dat deze versnippering mobiliteit belemmert, bijvoorbeeld voor mensen die vanwege werk of mantelzorg willen verhuizen. De minister wijst op de complexiteit van het invoeren van een landelijk woonruimteverdeelsysteem. Eerdere pogingen zijn gestrand, en een dergelijke hervorming zou ingrijpende aanpassingen vergen van lokale huisvestingsverordeningen.