'Nieuwe huurwet heeft nog aanpassingen nodig'

Minister De Jonge zond gisteren zijn lang verwachte huurwet naar de Tweede Kamer. Investeerders in huurwoningen spreken hun zorgen uit en roepen de Tweede Kamer op om de wet aan te passen, zodat de bouw van nieuwe huurwoningen voor middeninkomens niet wordt afgeremd.

De langverwachte wet hangt al anderhalf jaar boven de markt en heeft zijn schaduw al ver vooruitgeworpen. Het wordt hoog tijd dat de Tweede Kamer hierover een besluit neemt. Judith Norbart-ten Hoor, directeur IVBN: ‘Ontwikkelen, bouwen en investeren in nieuwe huurwoningen is gebaat bij stabiliteit. In de afgelopen anderhalf jaar hebben IVBN en NEPROM intensief overleg gevoerd met minister De Jonge over het wetsvoorstel. Wij onderkennen de maatschappelijke realiteit en vanuit het belang van de woningzoekenden steunen wij een wet die een einde maakt aan de soms excessief hoge huren die gevraagd worden door malafide verhuurders. En die gemeenten de mogelijkheid biedt om daar handhavend tegen op te treden. Ook steunen we een wet die de verduurzaming van woningen bevordert.’

Contraproductief

Jan Fokkema, directeur NEPROM: ‘De wet die de minister nu naar de Tweede Kamer heeft gestuurd gaat echter veel verder en dat is contraproductief. Deze wet leidt over de volle breedte tot een dermate grote inperking van huren dat investeerders geen middenhuurwoningen kunnen realiseren zonder financiële steun vanuit de overheid. Dit brengt de bereidheid van beleggers en ontwikkelaars om te investeren in nieuwbouw en verduurzaming van middenhuurwoningen ernstig in gevaar. En daar zijn woningzoekenden niet mee geholpen.’

De IVBN heeft volgens Norbart-ten Hoor steeds benadrukt dat institutionele beleggers moeten kunnen vertrouwen op een betrouwbaar en aantrekkelijk investeringsklimaat om blijvend te kunnen investeren in middenhuurwoningen. ‘In de afgelopen vijf jaar hebben institutionele beleggers jaarlijks ongeveer 9.000 nieuwbouw huurwoningen toegevoegd. Dat is ongeveer 15% van de totale gerealiseerde nieuwbouw in Nederland. Dat willen ze blijven doen. En uiteindelijk is de woningzoekende daar het meeste bij gebaat.’

Te weinig tegemoetkomingen

Volgens de investeerders zijn de tegemoetkomingen van de minister nog onvoldoende toereikend om de nieuwbouw van de afgesproken minimaal 50.000 middenhuurwoningen tot 2030 te realiseren. Uit onderzoek door Brink Groep, waar de minister ook naar heeft verwezen, blijkt dat de grondkosten, bouwkosten en alle bijkomende kosten van dergelijke woningen te hoog zijn om te kunnen dekken uit de huuropbrengsten zoals die voor gereguleerde huurwoningen gelden.

IVBN en NEPROM vragen  de Kamer daarommet klem om bij de behandeling van het wetsvoorstel een aantal zaken aan te passen, zodat het haalbaar wordt de woningzoekenden te helpen aan een betaalbare huurwoning. 

Aanpassing wetsvoorstel gevraagd

Zo moet volgens de beide organisaties de nieuwbouwopslag van 10% op de huren van nieuwbouwwoningen niet alleen gelden voor woningen die in de jaren 2024 en 2025 gebouwd worden, maar ook voor die daarna worden gebouwd. Het woningtekort is immers ook niet in twee jaar opgelost. Daarnaast is het noodzakelijk ook de Woningwaarderingstabel te indexeren met de CAO +1%. Dat maakt het voor pensioenfondsen aantrekkelijk om in de Nederlandse woningmarkt te blijven investeren en geeft ook huurders duidelijkheid.

Verder moeten verhuurders de komende jaren flink investeren in verduurzaming van bestaande huurwoningen, zodat de energielasten van huurders worden verlaagd. Het is daarom nodig dat woningen met een B- en C-label respectievelijk 3 en 1 WWS punten extra krijgen. Als onderdeel van het totale (internationale) fiscale investeringsklimaat in samenhang met de grote woningbouwopgave is het tenslotte essentieel dat de overdrachtsbelasting wordt verlaagd naar 6%, aldus IVBN en NEPROM.

Jan Fokkema: ‘We moeten ons richten op het oplossen van het feitelijke probleem, namelijk het wegwerken van het woningtekort. Daarvoor zijn de door ons genoemde wijzigingen essentieel. Wij willen ook in de toekomst graag blijven meewerken aan het oplossen van het woningtekort, het beschikbaar krijgen van meer huurwoningen voor lage en middeninkomens, het voorkomen van excessief hoge huren, het verduurzamen van de huurwoningvoorraad en het terugdringen van energielasten van bewoners. Dat kan alleen in een goede samenwerking tussen politiek, overheid en markt. Daarom vertrouwen we erop dat de Tweede Kamer de door NEPROM en IVBN voorgestelde aanpassingen overneemt bij de behandeling van het wetsvoorstel.’