Booming Brabant moet keuzes maken: ‘Alles doen, kan niet meer’

Noord-Brabant maakt werk van clustering van grote distributiecentra. Het is volgens Cees-Jan Pen, lector De Ondernemende Regio bij Fontys Hogescholen, ook in het belang van logistieke marktpartijen zelf dat ze meer gaan inzetten op kwaliteit en duurzaamheid.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 2, 25 februari 2022

Onlangs maakte gedeputeerde Erik Ronnes (Ruimte & Wonen) de visie van de provincie op het verdozingsvraagstuk bekend. In het Brabantse clusterbeleid zijn nieuwe XL-distributiecentra – vanaf 3 hectare – alleen voorzien in de steden met een haven – Moerdijk en Waalwijk – of op trimodale logistieke hubs op bedrijventerreinen zoals Loven in Tilburg.
Cees-Jan Pen, lector De Ondernemende Regio aan de Fontys Hogescholen en een ijverig opiniemaker op het vlak van ruimtelijke ordening, ontwaart in de visie van Ronnes tot zijn vreugde een mooie stap richting een integrale visie. ‘Het lijkt erop dat dat er goed is samengewerkt tussen Ronnes en de gedeputeerde van Economische Zaken Martijn van Gruijthuijsen (VVD). De afgelopen twee jaar ontbrak de bestuurlijke daadkracht goeddeels door onder meer het gedoe rondom Forum voor Democratie in de provincie.’
Volgens Pen liep ‘zijn provincie’ mede door de bestuurlijke crisis wat achter op andere provincies bij de aanpak van het verdozingsvraagstuk, terwijl in het verleden al werd erkend dat ‘we’ van meer naar betere terreinen moesten. En dat terwijl volgens hem deze problematiek het meest manifest is Noord-Brabant. ‘De provincie is van oudsher sterk in logistiek. Dat heeft zeker de afgelopen jaren geleid tot een wildgroei aan nieuwe distributiecentra, ook omdat iedereen online ging bestellen.’

Goede richting
Gevraagd naar positieve en negatieve voorbeelden is Pen even stil. ‘Het is veelzeggend dat je met een loep moet zoeken naar best practices. Dan kom je al gauw uit op het gebouw van Rhenus Logistics aan de A58 Tilburg, een initiatief dat niet zonder reden al veelvuldig in de prijzen is gevallen.’ Ook het beladen toekomstige nieuwe bedrijventerrein Wijkevoort bij Tilburg en Heesch-west bij Oss vindt Pen stappen in de goede, duurzame richting. ‘Veel vaker lijkt er echter sprake van een lukrake plaatsing van logistieke hallen zonder al te veel eisen, waardoor je óf een monotone bedrijvenzone creëert óf een verweesde losse hal die totaal niet past in een dorpse omgeving en die andere lokale bedrijvigheid wegdrukt. Op die manier is er de afgelopen jaren veel witte schimmel in het landschap ontstaan.’

Andere kwaliteiten
Daarvan kan volgens Pen nu geen sprake meer zijn. ‘De provincie is een aantrekkelijke vestigingslocatie voor bedrijven. Stedelijke regio’s met Brainport Eindhoven voorop, maar ook Tilburg en Den Bosch, tonen al jarenlang klinkende economische cijfers en zijn een magneet voor bedrijven. Maar wil je als provincie aantrekkelijk blijven, dan zul je ook moeten kijken naar andere kwaliteiten dan puur economische. Ook in Noord-Brabant zullen flink wat woningen bijgebouwd moeten worden en sta je tegelijkertijd voor de opgave om te vergroenen en verduurzamen en de druk op natuur en landschap sterk te verlagen. Je zult kritischer moeten omgaan met de invulling van de beschikbare ruimte. Tegelijkertijd is het ook niet in het belang van de logistieke sector zelf om lukraak logistieke dozen neer te zetten zonder oog voor het landschap en waar niet of nauwelijks daglicht in komt. Het zal steeds moeilijker worden om arbeidsmigranten te vinden die onder dergelijke omstandigheden willen werken. Ook gemeenten trappen terecht op de rem, gelet op de vaak magere bouw en architectonische kwaliteit.’
Ontwikkelaars en beleggers zullen volgens hem logistiek vastgoed moeten leveren met een betere kwaliteit. ‘Bijvoorbeeld panden die verdiept zijn aangelegd, prettig zijn om in te werken en onder meer rekening houden met mobiliteitsstromen en duurzaamheidsvereisten. We hebben een goede architectonische traditie; maak daar gebruik van. De sector heeft echt meer positieve beeldvorming nodig. De Brabantse visie op clustering is geen stop op nieuwe ontwikkelingen, maar als er niets verandert, dreigt die er wel te komen. Het geduld van overheden met de markt raakt op.’

Paradox
Pen erkent dat een strakkere regie op de verdozing van het Brabantse landschap paradoxaal ook een aantasting van de vestigingsvrijheid betekent. ‘Door je meer te richten op het regionale DNA van nieuwe bedrijven mis je uiteindelijk misschien een kwart van de internationale partijen die alleen op zoek zijn naar een snelle vestigingslocatie. Maar het schept wel ruimte voor regionale partijen die daadwerkelijk iets willen toevoegen. Het is ook een botsing van tegenstrijdige belangen. Inwoners van Brabant willen als burger een mooie, duurzame omgeving om in te wonen. Tegelijkertijd willen ze als consument zoveel mogelijk online winkelen, wat ook een bepaalde logistieke druk met zich meebrengt. Let wel, ik ben niet tegen distributiecentra, maar ik denk wel dat het hoog tijd is dat we veel meer nadenken over de ruimtelijke inpassing daarvan en alle andere factoren die daarbij een rol spelen, zoals het veel te goedkoop en vaak gratis op en neer sturen van oneindig veel pakjes.’
De rol van Nederland distributieland, in het bijzonder de corridor vanaf de Rotterdamse haven via Noord-Brabant en het noorden van Limburg, verdient wat hem betreft wel een herijking. ‘Het model Nederland distributieland is alleen toekomstbestendig als je je wat distributiecentra betreft hoofdzakelijk richt op de Nederlandse markt. We kunnen niet vanuit ons kleine land met een opeenstapeling van ruimteclaims het distributiecentrum voor heel Noordwest-Europa zijn. We kunnen niet meer alles doen. We zullen keuzes moeten maken, anders worden die voor ons gemaakt, bijvoorbeeld door de stikstofwetgeving. Inmiddels worden die keuzes al op steeds meer plekken in ons land gemaakt, bijvoorbeeld in Gelderland en Overijssel. Het leidt ertoe dat bedrijven op zoek naar nieuwe locaties ook uitwijken naar verder weg gelegen plekken, in bijvoorbeeld Groningen.’

Belangrijke hobbel
‘Noord-Brabant is als provincie wat dat betreft Nederland in het klein; er zijn hier ook tal van ruimtelijke claims en tegelijkertijd komt de natuur steeds meer onder druk te staan. De aanpak van de verdozing ligt voor de hand, omdat je daarmee snel stappen kunt zetten. Tegelijkertijd zul je ook op een ander belangrijk vlak keuzes moeten maken. Ook Brabant moet zich afvragen hoe het moet omgaan met de intensieve landbouw en veeteelt. De uitstoot van stikstof en fijnstof is het ergst waar deze sector booming is, dat blijkt ook uit gegevens van onder meer het Longfonds.’
Voor de uitvoering van het clusterbeleid van distributiecentra is volgens Pen nog wel een belangrijke hobbel te nemen. ‘De provincie koerst nu samen met de gemeenten op een betere benutting van brownfields, bestaande bedrijventerreinen. Dat is een voor de hand liggende keuze, maar revitalisering en modernisering van bedrijventerreinen kost veel geld. Geld dat er op dit moment niet is. Het is in ieders belang om de economische en maatschappelijke winst van een betere inrichting van bedrijventerreinen goed voor het voetlicht te brengen. Helaas lijkt dit nauwelijks een issue bij de komende raadsverkiezingen.’