AMSTERDAM - Donderdagmiddag, tijdens de Kennisbijeenkomst over kantorenmarkt die werd gehouden in het Amsterdamse WTC, wezen beleggers, financiers, ontwikkelaars en brancheorganisaties op kansen in de kantorenmarkt en hoe deze het best benut kunnen worden. Want kansen, die zijn er.
AMSTERDAM - Donderdagmiddag, tijdens de Kennisbijeenkomst over kantorenmarkt die werd gehouden in het Amsterdamse WTC, wezen beleggers, financiers, ontwikkelaars en brancheorganisaties op kansen in de kantorenmarkt en hoe deze het best benut kunnen worden. Want kansen, die zijn er.
Neprom, IVBN en PropertyNL organiseerden samen met een groot aantal partners uit de praktijk een Kennisbijeenkomst over hoe de problemen op de kantorenmarkt aangepakt kunnen worden en hoe de kansen gecreeerd en benut kunnen worden.
De middag werd deels gevuld met een plenair deel, waarin onder andere Frank van der Sluys, hoofd Research van DTZ Zadelhoff, aangaf dat er niet zoiets bestaat als 'De Nederlandse Kantorenmarkt' en dat deze daarom niet homogeen benaderd moet worden. Het antwoord is het verdelen van de markt in drie locaties; kansrijk, kanshebbend en kansarm.
Daarop volgden zes workshops waarin vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, beleggers, ontwikkelaars, makelaars, juristen en gebruikers vertelden hoe zij in de praktijk heel concreet werken aan oplossingen en hoe alle partijen daar uiteindelijk van kunnen profiteren. Zo vertelde Erik Steinmaier, hoofd Research ABN Amro, waarom zij sommige herontwikkelingsprojecten financieren en welke eisen hieraan gesteld moeten worden. Martijn Dirks lichtte toe waarom een herontwikkelingsproject zoals de Monarch in Den Haag kansrijk is.
Esther Geuting van het adviesbureau Stec ging in op de regisseursrol van provincies. Die pakt de ene provincie steviger op dan de andere. Utrecht gaat het verst in haar pogingen om nieuwbouw van kantoren te reduceren. Terwijl andere provincies, zoals Zuid-Holland, zich beperken tot het terugbrengen van de plancapaciteit (ruimte voor kantoorplannen die nog niet is vastgelegd in bestemmingsplannen), wil Utrecht op grote schaal overgaan tot 'ontstemmen van kantoorplannen'. Dat wil zeggen dat de bestemming kantoren eraf wordt gehaald. De provincie kan gemeenten daar desnoods toe dwingen met het instrument van het inpassingsplan. Volgens Geuting moet de helft van de kantoorplannen eruit. Het gevolg is wel planschade: ontwikkelaars met grondposities die zich hebben rijkgerekend kunnen schade verhalen bij de overheid.