Woningbouwsector gematigd positief over stikstofpakket

Het kabinet presenteerde vanmorgen een maatregelenpakket om de problematiek rond stikstof en PFAS het hoofd te bieden. De woningontwikkelaars die op dit moment vooral door de stikstofproblematiek worden geraakt, reageren niet onverdeeld positief.

Ze zijn verheugd dat de woningbouw voorrang krijgt, maar ze zijn ontevreden dat nog steeds niet duidelijk is hoe een en ander vorm wordt gegeven en vanaf wanneer vergunningen weer verleend gaan worden. Dit blijkt uit de reactie van brancheorganisatie Neprom op het gepresenteerde maatregelenpakket.

Volgens Rutte betreft het een eerste stap naar een breder pakket aan maatregelen waaraan het kabinet werkt, om tot structurele verbetering van de natuur en het mogelijk maken van een drempelwaarde voor alle sectoren te komen.
Volgens Desirée Uitzetter, voorzitter van de Neprom, zijn de toezeggingen lang niet concreet genoeg. “We begrijpen dat het kabinet inmiddels de urgentie van de zaak inziet en hard werkt aan oplossingen. Positief is dat de woningbouwsector als eerste samen met een aantal grote infrastructuurprojecten de vrijkomende stikstofruimte krijgt toebedeeld om nieuwe woningprojecten op te starten. Maar waar die ruimte precies ontstaat, hoe die benut kan worden en vanaf wanneer, blijft onduidelijk. Daardoor blijft de onzekerheid voortduren en wij vragen ons ernstig af of gemeenten en provincies op basis hiervan weer vergunningen durven te verstrekken. Uit de brief begrijpen we dat elk woningbouwproject aangemeld moet worden bij een regionale stikstofbank en dat dan per project beoordeeld moet worden of er voldoende ruimte is. Dat is erg complex en bewerkelijk. Dat zit nog heel ver af van een eenvoudige drempelwaarde, waar wij om verzocht hadden.”

Drempelwaarde
Mede namens verenigingen van bouwers, woningcorporaties, institutionele beleggers en huurders bood de Neprom een maand geleden aan staatssecretaris Raymond Knops het rapport ‘Stikstofdepositie en Woningbouwontwikkeling’ aan, dat ingenieursbureau Sweco in opdracht van de Neprom opstelde. Mede op basis van dat rapport deden de gezamenlijke organisaties een aantal praktische voorstellen aan het kabinet met betrekking tot de woningbouw.
Kortgezegd kwamen die erop neer dat woningbouwprojecten, waarbij de stikstofdepositie in de gebruiksfase maximaal 0,05 mol/ha/jr bedraagt, vrijgesteld zouden worden van de vergunningplicht op grond van de Wet natuurbescherming. Daarnaast bepleitten de organisaties dat de stikstofdepositie in de aanlegfase van woningbouwprojecten onder voorwaarden buiten beschouwing gelaten zou mogen worden.

Volgens de Neprom-voorzitter is het teleurstellend dat het kabinet niet gekozen heeft voor die pragmatische oplossing en daarover in de afgelopen weken ook niet inhoudelijk in gesprek is gegaan met de sector. “Wij hebben de indruk dat er meer energie is gaan zitten in het verdelen van de politieke pijn waar het gaat om de snelheidsverlaging en andere gevoelige maatregelen om stikstofruimte te creëren, dan in een praktische oplossing waarmee de bouw verder kan. Pas als de aangekondigde Spoedwet Aanpak Stikstof er is – en dat duurt minstens tot december – kunnen we hier definitief over oordelen, maar vooralsnog blijven wij onze twijfels houden. We vrezen dat zolang de spoedwet er nog niet is, provincies en gemeenten ook weinig voor de woningbouw zullen doen. Kortom, opnieuw uitstel en grote onzekerheid. Dat betekent dat de zwartste scenario’s bewaarheid gaan worden en dat het woningtekort volgend jaar fors verder op gaat lopen.”