Van de hoofdredacteur: Kan de fiscus de kloof van Sander dichten?

Als de staat echt een BV Nederland zou zijn, zou Marnix van Rij coo ofwel vice-president zijn geworden in plaats van ‘maar’ een staatssecretaris.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 2, 25 februari 2022

Door Wabe van Enk, hoofdredacteur van PropertyNL

Hij genereert de inkomsten, terwijl de rest van het regeringsteam het geld uitgeeft. In het bedrijfsleven is dat een dankbare klus, maar in de politiek de meest ondankbare die je kunt bedenken: van de toeslagenaffaire tot de onterechte vermogensrendementsheffing – het is steeds negatief voorpaginanieuws. In deze editie spreken prof. Tom Berkhout en Ton Oostenrijk over de steeds negatievere houding ten aanzien van vastgoedbeleggers.

Maatschappelijk krimpt het draagvlak voor belastingen, omdat de belastingdienst arbeid zwaarder belast dan beleggingsinkomsten. De innemende graaf Sander Schimmelpenninck voedt het verzet tegen een ‘renteniersnatie’ met columns in de Volkskrant en het tv-programma ‘Sander en de kloof’. Deze adellijke underdog vindt steun bij Paul Rosenmöller (Eerste Kamer, GroenLinks), die weliswaar niet van adel is, maar uit een gegoede patriciërsfamilie stamt. Hij wil 5% belasting op vermogen heffen.

De vraag is of Sander de consequenties overziet. Zijn vader werkte in dienst van kasteel Twickel, op zich een mooi voorbeeld van nivellering van de adel. In vroegere tijden werkten graven niet en zeker niet in een baronie (de heren van Twickel zijn baron). In Sanders tv-uitzending laten de ouders aan de keukentafel zoonlief begaan, maar ergens klopt er iets niet. Dankzij het Nederlandse belastingsysteem heeft vader kunnen werken op het landgoed (en heeft dat naar verluidt veel beter gedaan dan veel institutionele landgoedeigenaren). Sander is minderheidsaandeelhouder in een bv met twee familielandgoederen (Nijenhuis en Westerflier).

Familielandgoederen zijn bijna niet met winst te exploiteren. De bv zal ongetwijfeld jaarlijks een mooi familiefeest geven, maar nauwelijks dividend opleveren. Sander en zijn familie betalen daarom in het huidige stelsel nauwelijks belasting. Bij de 5% van Rosenmöller moeten Sander cum suis ongeveer een half miljoen per jaar aftikken. Dat betekent het einde van de bv, en daarmee van hun familielandgoederen.

Sander investeert ook in vastgoed in Kroatië, waar een redelijke belasting over buitenlandse huurinkomsten op zijn plaats is. Als die te hoog wordt, zal Sander het ondernemen echter moeten staken en moeten terugkeren naar Houthoff, waar hij begon en waar veel van zijn studiegenoten zijn gebleven. Hij maakt zich terecht druk over een armoedekloof, maar vergeet een andere kloof: die tussen risicodragende ondernemers en werknemers. Die kloof moet Marnix van Rij voorkomen, maar krijgt hij voldoende politiek draagvlak?