Tweede woningbouwimpuls van € 266 mln moet 45.000 woningen opleveren

Met steun van het Rijk kunnen in 28 gemeenten 44.666 nieuwe woningen worden gebouwd.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geeft hiervoor een financiële bijdrage van € 266 miljoen vanuit de woningbouwimpuls. Hiermee draagt het ministerie bij aan projecten die anders moeilijk of traag tot stand komen omdat ze een financieel tekort hebben.

De woningen die worden gebouwd zijn voor het grootste deel bedoeld voor starters en mensen met een middeninkomen. Gemeenten en provincies dragen zelf ruim € 340 miljoen bij.

De interesse in een bijdrage uit de woningbouwimpuls is dusdanig groot, dat minister Kajsa Ollongren besloten heeft om de geplande financiële bijdrage van € 225 mln te verhogen naar € 266 mln. Zo krijgen alle positief beoordeelde aanvragen geld en lopen deze projecten geen vertraging op. Samen met de eerste tranche van 51.021 woningen kunnen dankzij de woningbouwimpuls tot nu toe al 95.687 nieuwbouwwoningen worden gebouwd.
Gemeenten kunnen een beroep doen op de woningbouwimpuls voor het versnellen van de bouw, het vergroten van het aantal nieuwbouwwoningen in een project of het vergroten van het aandeel betaalbare woningen voor mensen met een laag of middeninkomen.

Van de 44.666 woningen die in deze tranche gebouwd worden, valt 67% in de categorie ‘betaalbaar’. Dit zijn woningen bedoeld voor de sociale huursector, middenhuur en betaalbare koopwoningen.

Er is een groot tekort aan woningen. Tot 2030 moeten er circa 900.000 woningen bijkomen. Het kabinet blijft daarom investeren om die bouwopgave voor elkaar te krijgen. In 2019 heeft het kabinet € 1 miljard beschikbaar gesteld voor de woningbouwimpuls.