Dutch Green Building Council (DGBC) heeft woensdag tijdens vastgoedbeurs Provada haar nieuwste position paper over Whole Life Carbon gelanceerd. Het eerste exemplaar is overhandigd aan het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO).
In dit document doet DGBC, samen met de Programmaraad Circulariteit en experts uit de markt, aanbevelingen voor de Nederlandse invoering van de Whole Life Carbon-methodiek (WLC) binnen de gebouwde omgeving. De paper is geschreven naar aanleiding van de herziene Europese richtlijn Energy Performance of Buildings Directive (EPBD IV).
Waar eerdere versies van de EPBD zich vooral richtten op de energieprestatie van gebouwen, komt er nu nadrukkelijk aandacht voor de milieu-impact van materialen gedurende de gehele levenscyclus van een gebouw. De richtlijn verplicht lidstaten om vanaf 2028 een volledige levenscyclusanalyse van de CO2-uitstoot (Whole Life Carbon) te maken voor nieuwe gebouwen groter dan 1.000 m², en vanaf 2030 voor álle nieuwbouw.
Duidelijke en werkbare richtlijnen
DGBC heeft samen met verschillende leden van de Programmaraad Circulariteit (TNO, Alba Concepts en Deerns) het document opgesteld met daarin verschillende adviezen en een oproep voor duidelijke en werkbare richtlijnen voor de nationale implementatie. Speerpunten hierbij zijn: een goede uitvoerbaarheid, zo eenvoudig mogelijk en dicht op de werkelijkheid, sturend op daadwerkelijke impact en zoveel mogelijk internationale harmonisatie.
In de position paper wijst DGBC drie essentiële punten aan die bepalend zijn voor een effectieve invoering van de WLC-methodiek. De eerste is eenduidige toepassing van de Europese standaard EN 15978, met aparte rapportage van module D (hergebruik en recycling). Daarnaast gebruik van een dynamische levenscyclusbenadering voor het bepalen van CO2-uitstoot in de toekomst, in plaats van een statisch model. Ten derde de vervanging van de huidige MPG-methodiek door de WLC-aanpak, om verwarring en dubbele regelgeving te voorkomen.
Tevens worden andere aandachtspunten besproken, zoals heldere afspraken over demarcatie, levensduur en datastandaarden. DGBC benadrukt het belang van gevalideerde en toegankelijke databronnen en van het beperken van de administratieve lasten voor marktpartijen.
DGBC roept beleidsmakers op om snel keuzes te maken en helderheid te bieden aan de markt. ‘Om snelheid te behouden is het belangrijk de methode spoedig vast te stellen, zodat er duidelijkheid is in de markt en partijen al aan de slag kunnen gaan met het stellen van doelen, vooruitlopend op de implementatie in Nederlandse wetgeving’, aldus de stichting. Het document sluit aan bij eerdere DGBC-initiatieven rond EU Taxonomie en Scope 3-emissies.
Gerelateerde artikelen:
