ABN Amro: Woningprijzen stijgen dit jaar met 12,5 procent, volgend jaar met 5

Gezien de aanhoudende huizenprijsstijgingen en het sterke economische herstel heeft ABN Amro haar prognose voor de woningmarkt naar boven bijgesteld.

Zij verwacht nu dat de huizenprijzen dit jaar met 12,5 procent en in 2022 met 5 procent zullen stijgen. Eerder ging de bank uit van respectievelijk 7,5 en 2,5 procent. Dit blijkt uit de woningmarktmonitor van ABN Amro die vandaag wordt gepubliceerd.

De ramingen voor het aantal transacties op de woningmarkt blijven ongewijzigd. In 2021 voorziet ABN Amro een daling van 10 procent en volgend jaar zullen de huizenaankopen met 5 procent afnemen. Terwijl de huizenmarkt tijdens de coronacrisis eerst leek af te koelen, wijzen alle signalen er op dat de huizenmarkt oververhit is. In mei 2021 lag de prijsindex voor Nederland bijna 13 procent boven het niveau van vorig jaar. Gecorrigeerd voor de inflatie liggen de huizenprijzen inmiddels zelfs 6,5 procent boven de laatste piek in 2008.

Ondanks het beperkte huizenaanbod vonden tot nu toe nog wel veel transacties plaats. In de eerste vijf maanden van het jaar zijn 102.000 woningen gekocht: 10.000 meer in vergelijking met dezelfde periode in 2017, het jaar dat een recordaantal woningen werd verkocht.

Deze stijging komt volgens ABN Amro vooral voort uit de afschaffing van de overdrachtsbelasting voor starters tot 35 jaar aan het begin van dit jaar en de invoering van een limiet van 400.000 euro per 1 april 2021. Dit resulteerde in een enorme piek en een stijging van de gemiddelde koopsom.

Ook hebben de steunmaatregelen van de overheid gezorgd voor een robuust economisch herstel en staat de rente historisch laag. Niettemin verwacht ABN Amro dat het aantal transacties zal terugvallen als gevolg van het schaarse woningaanbod. Ook doorstromers hebben weinig uitzicht op een nieuwe woning, doordat de bouw van nieuwbouwwoningen achterblijft.

Om de achterstand van nieuwbouw in te lopen, moeten er in de komende tien jaar minstens 900.000 woningen bijkomen. ‘Het aantal nieuwbouwwoningen blijft echter achter bij de vraag, onder meer vanwege strenge regelgeving en trage besluitvorming. Toch lijkt het erop dat we er in zijn geslaagd vast te stellen waar al deze woningen moeten worden gebouwd, want volgens de meest recente schattingen is er inmiddels voldoende ‘harde’ plancapaciteit’, vertelt Philip Bokeloh, Econoom Woningmarkt van ABN Amro.

Het is volgens hem niet duidelijk of bij de beoordeling van deze plannen rekening is gehouden met klimaatverandering en de kosten om huizen klimaatbestendig maken. Nu er steeds meer duidelijkheid is over de locaties voor nieuwbouw is het tijd voor een volgende belangrijke stap: het goedkeuren van bouwplannen, het verlenen van vergunningen en het bouwrijp maken van grond. Gemeenten hebben hiervoor wél de financiële middelen nodig, die vooralsnog ontbreken. Het Rijk heeft de laatste jaren veel taken uitbesteed aan gemeenten, maar daar geen financiële compensatie voor geboden. Bokeloh: ‘Als de overheid haar ambities op de woningmarkt wil realiseren, zal zij gemeenten hiervoor de nodige financiële armslag moeten geven.’