130 gemeenten steken € 1,8 mrd in pps-en gebiedsontwikkeling

Bij 189 gebiedsontwikkelingen is sprake van een publiek-private samenwerking tussen de gemeente en een of meerdere marktpartijen. De totale balanswaarde van deze gebiedsontwikkelingen bedraagt circa € 3,6 mrd en de helft is voor rekening van de gemeenten.

Bij 189 gebiedsontwikkelingen is sprake van een publiek-private samenwerking tussen de gemeente en een of meerdere marktpartijen. De totale balanswaarde van deze gebiedsontwikkelingen bedraagt circa € 3,6 mrd en de helft is voor rekening van de gemeenten.

Dat blijkt uit onderzoek van Deloitte. De samenwerkingsverbanden komen bovenop de totale exposure van € 10,2 mrd in gemeentelijke grondposities die blijkt uit eerder onderzoek van Deloitte. Het risico van deze deelnemingen wordt gedeeld tussen de aandeelhouders. De Nederlandse gemeenten hebben gemiddeld een aandeel van 50%. Daarnaast kunnen ze vreemd vermogen aan de deelneming verstrekt hebben of garant staan voor verstrekte leningen. De onderzoekers schatten de directe exposure van de gebiedsontwikkelingen voor gemeenten nabij de € 1,8 mrd. Tot nu toe was deze investering landelijk niet goed in beeld.

Westland € 254 mln grond
Westland heeft relatief de grootste grondportefeuille van de gemeenten die verbindingen zijn aangegaan met marktpartijen. Het geïnvesteerde vermogen in eigen grondposities van Westland bedraagt € 254,4 mln (€ 2495 per inwoner). Voor Nijmegen is dit € 372,8 mln (€ 2257 per inwoner) en Leeuwarden € 140 mln (€ 1469 per inwoner). Leeuwarden heeft 6 deelnemingen in gezamenlijke gebiedsontwikkelingen, Nijmegen 5 en Westland 4. Den Haag heeft zich aan 8 verschillende partijen verbonden om gebiedsontwikkeling van de grond te krijgen. De stad daarnaast heeft € 55,3 mln in eigen grondposities gestoken.

Vraagtekens bij ruimtelijk beleid
De Rekenkamercommissie van Westland stelde in 2013 vraagtekens bij het ruimtelijk beleid dat in 2008 de basis vormde voor het grondbeleid. De gemeenteraad kreeg volgens de commissie niet de kans bij te sturen. Er had toen beter zicht moeten zijn op het kerend economisch tij, waardoor de gedroomde ontwikkeling van een luxe villawijk op de grens van Westland en Den Haag (de Westlandse Zoom) nauwelijks van de grond kwam.

Den Haag had een soort tweede Wassenaar in gedachten met luxe woningen voor onder meer expats in een groen-blauwe omgeving. De gemeente Westland kocht in pps-verband hiervoor veel dure glastuinbouwgrond aan tot soms € 150 per m². Later werd besloten goedkopere huizen voor de Westlanders te bouwen en slechts een kwart tot de helft in het dure segment.

Vorig jaar werd het convenant Westlandse Zoom beëindigd, dat Westland in 2003 sloot met Den Haag, Stadsgewest Haaglanden en de Provincie Zuid-Holland onder dreiging van gedeeltelijke annexatie.

De Zuidlanden
In Leeuwarden is het de nieuwbouwwijk De Zuidlanden die de gemeente parten speelt. Voor de crisis ging ze een samenwerking aan met marktpartijen om hier jaarlijks 400 woningen te bouwen. In 2009 besloot de gemeente corporaties toe te laten en de ambities fors terug te schroeven. In 2013 werden in De Zuidlanden 89 merendeels huurwoningen opgeleverd.

Groter risico door PPS-en
Een derde van de Nederlandse gemeenten zijn een publieke-private samenwerking aangegaan om gebieden te ontwikkelen (130 van de 408 gemeenten). Het zijn vooral de grotere steden, met meer dan 50.000 inwoners, die zelf ook meer dan gemiddeld in grondposities hebben geïnvesteerd (€ 735 per inwoner tegenover het landelijk gemiddelde van € 625 per inwoner). Het geld dat ze in gezamenlijke grondexploitaties en deelnemingen met marktpartijen hebben gestoken, is gemiddeld € 242 per inwoner. Dit betekent dat ze een veel groter risico lopen op grondposities dan tot nu toe bekend.

Volgens Deloitte bestaat met het groot aantal verbindingen in deze gemeenten het risico van planconcurrentie en mogelijk tegenstrijdige belangen. De verslaglegging blijkt niet uniform en transparant te zijn. Slechts een klein deel van de gemeenten rapporteert de balanswaarden, kapitaalverstrekkingen en overige financiële exposure en risico’s consequent. Recent aangescherpte regelgeving moet hier verbetering in brengen.