‘Waterpacht’ noodzakelijk voor grootschalig drijvend bouwen

Bouwen op water heeft de toekomst, stelt Pernille van der Plank, hoogleraar Goederenrecht. Maar daar zitten nogal wat juridische haken en ogen aan. Een waterpacht kan volgens haar de uitgifte van waterpercelen vereenvoudigen.

Wanneer iemand eigenaar is van een drijvend voorwerp, bijvoorbeeld een woonark, betekent dit niet dat dit object zomaar in ieder water mag liggen. Om ergens duurzaam ter plaatse te mogen blijven, bijvoorbeeld in openbaar vaarwater, is een recht op een waterperceel noodzakelijk.

Naar huidig recht worden hiertoe verschillende klassieke rechtsfiguren gebruikt: publiekrechtelijke vergunning, huurovereenkomst, erfpachtrecht of eigendom van het waterperceel. Deze rechtsfiguren leveren volgens Van der Plank slechts wisselend succes op. Voor het grootschalig op water bouwen, is naar haar inzicht een eensluidende en transparante rechtsvorm nodig, waarbij zowel de belangen van de gebruiker als het openbaar belang gewaarborgd wordt.

Van der Plank vindt het dan ook tijd voor een koerswijziging. Zij pleit voor het gebruik van een privaatrechtelijk recht, 'waterpacht', om de gerechtigdheid tot waterpercelen vorm te geven. Op vrijdag 26 april spreekt ze haar oratie met als titel 'Waterpacht als waterrecht’ uit bij de Open Universiteit in Heerlen.

Drijvend bouwen

Van der Plank is hoogleraar Goederenrecht en duurzaamheid bij de faculteit Rechtswetenschappen van de Open Universiteit. Ze is ook voorzitter van de vakgroep Privaatrecht. Van der Plank is gespecialiseerd in goederenrechtelijke vraagstukken bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving en adaptatie aan klimaatveranderingen, met als hoofdthema's: circulair bouwen, de energietransitie en (bouwen op) water.

In 2022 ontving zij, met een multidisciplinair consortium, een subsidie van € 1,5 mln van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) voor research naar het opschalen van private en collectieve wateropslag en in 2023 honoreerde de NWO het project Floating Future met € 5,3 mln, waarvan Van der Plank mede-initiatiefnemer is. Dit programma onderzoekt vanuit governance, technologisch en ecologisch perspectief hoe Nederland drijvend bouwen op grotere schaal en op een maatschappelijk acceptabele wijze mogelijk kan maken.