Wat kan de vastgoedsector verwachten van een centrum-links kabinet van D66, CDA en VVD met GL-PvdA of van een kabinet over rechts van dezelfde drie partijen met Ja21? Consultants van Dynamis Research denken dat een centrumrechtse coalitie wat gunstiger uitpakt voor de vastgoedmarkt.
De uitkomst van de kabinetsformatie is, aldus Dynamis Research, van grote invloed op het toekomstige vastgoed- en woningmarktbeleid. Beide kampen zien de noodzaak van woningbouwversnelling en vereenvoudiging van procedures, maar ze verschillen in sturing. D66 en GroenLinks-PvdA pleiten voor meer regie vanuit het Rijk bij de selectie van locaties en het beperken van bezwaarprocedures, terwijl CDA, VVD en JA21 hechten aan uitvoerbaarheid en samenwerking.
Grotere verschillen
Op het gebied van duurzaamheid zijn de verschillen tussen beide varianten aanzienlijk groter. GroenLinks-PvdA en D66 willen stevige nationale regie met duidelijke normen, subsidies en investeringen in de energietransitie. CDA benadrukt vooral draagvlak en uitvoerbaarheid, terwijl VVD inzet op innovatie en marktwerking als motor voor verduurzaming. JA21 kiest een andere koers en ondersteunt duurzaamheid en circulaire economie alleen wanneer dit economisch rendabel is. Waar een centrumlinkse coalitie inzet op versnelling en verplichting, zal een centrumrechtse coalitie eerder de nadruk leggen op vrijheid, rendement en beperking van kosten.
Betaalbaar wonen
De betaalbaarheid van wonen vormt, aldus consultants Marc Lokker en Feike de Vries, de grootste uitdaging aan de formatietafel. GroenLinks-PvdA wil een hogere landelijke norm voor sociale huur binnen nieuwbouwprojecten, een standpunt dat D66 deels deelt, terwijl CDA, VVD en JA21 juist meer ruimte willen laten voor lokaal maatwerk en marktwerking. Ook fiscaal lopen de standpunten flink uiteen: D66, CDA en GroenLinks-PvdA pleiten voor het versneld afbouwen van de hypotheekrenteaftrek en het verkleinen van fiscale voordelen voor beleggers, terwijl VVD en JA21 zich daar fel tegen verzetten. JA21 benadrukt dat overheidsingrijpen in de woningmarkt vaak averechts werkt en investeringen kan afremmen.
Particuliere verhuur
Een ander gevoelig punt wordt de positie van particuliere verhuurders en de regulering van huurprijzen. GroenLinks-PvdA en D66 willen de Wet betaalbare huur handhaven en verder uitbreiden, zodat ook een groter deel van het middensegment onder huurprijsbescherming valt. Zij zien dat als noodzakelijk om de huurmarkt eerlijker en betaalbaarder te maken. CDA en VVD zijn voorzichtiger: zij erkennen de druk op huurders, maar vrezen dat te strenge regulering particuliere investeerders zal afschrikken en het aanbod verder onder druk zet. JA21 sluit zich daarbij aan en gaat nog een stap verder door te stellen dat overheidsingrijpen de markt verstoort en nieuwbouwinitiatieven belemmert. Daarnaast willen GroenLinks-PvdA en D66 dat beleggers met meerdere woningen extra belasting gaan betalen, iets waar CDA nog verdeeld over is en VVD en JA21 zich nadrukkelijk tegen verzetten. Deze kwesties raken direct aan de kern van de woningmarkt: de balans tussen bescherming van huurders en het behoud van investeringsbereidheid.
Tegelijkertijd zijn er ook dossiers waarover binnen beide coalitievarianten relatief brede overeenstemming bestaat. Dynamis ziet zowel over centrumlinks als centrumrechts steun voor het tegengaan van grondspeculatie, het niet meetellen van de studieschuld bij hypotheekaanvragen en het versoepelen van regels voor kamer- en mantelzorgwoningen.
‘De formatie zal dus vooral draaien om de balans tussen tempo, betaalbaarheid en regie. Een compromis ligt voor de hand, maar de uitkomst hangt af van de bereidheid om verantwoordelijkheid en kosten te delen. Voor de vastgoedmarkt betekent dat waarschijnlijk voortgang in bouw en verduurzaming, maar ook onzekerheid over de mate van fiscale hervorming en regulering’, aldus Lokker.
Centrumrechts gunstiger
Een centrumrechtse coalitie lijkt op het eerste gezicht gunstiger uit te pakken voor eigenaar-gebruikers en beleggers, maar dat vraagt volgens beide consultants om nuance. D66 krijgt in een centrumrechts kabinet relatief meer gewicht. Anderzijds neemt de beleidszekerheid en de stabiliteit in het geval van een centrumrechtse coalitie af ten opzichte van een centrumlinkse variant, omdat JA21 een minder concreet verkiezingsprogramma en geen bestuurservaring heeft.
