EIB: impuls woningbouw loopt dood tegen beperkte locaties

Met de woningbouwimpuls van € 0,5 mrd is subsidie verleend voor 96.000 woningen. Dat heeft echter slechts beperkt geleid tot extra vergunningen.

Dit blijkt uit een analyse van het Economisch Instituut voor de bouw. 

Met de eerste (halverwege 2020) en de tweede (begin 2021) tranche van de woningbouwimpuls (€ 0,5 mrd) is aan 96.000 woningen subsidie verleend, maar dit heeft tot nu toe slechts tot een beperkt aantal extra vergunningen geleid. Dat komt doordat het aantal locaties waar gebouwd kan worden, beperkt is. 

De woningbouwimpulsen zorgen wel voor enige versnelling van de woningbouw, maar slechts een gering deel van het aantal gesubsidieerde woningen is additioneel en leidt daarmee tot extra woningen ten opzichte van wat zonder de impuls het geval zou zijn.

Over het geheel veert de woningbouwproductie ook zonder subsidies op. De vergunningverlening trok in de eerste helft van dit jaar sterk aan en de verwachting is dat het totaal aantal verleende vergunningen voor nieuwbouwwoning rond de 80.000 woningen uit gaat komen. Nadat in 2019 de vergunningverlening vanwege met name stikstof sterk terugviel, neemt de vergunningverlening hiermee zowel in 2020 als in 2021 met 10.000 toe.

Vanwege de gebruikelijke doorlooptijden van bouwprojecten zorgt dit voor een sterke groei van de nieuwbouwproductie in 2021 en 2022. Dit jaar groeit de nieuwbouwproductie met ruim 8% en volgend jaar kan de groei van de nieuwbouwproductie zelfs aantrekken tot ruim 12%. Ook in 2023 kan een stevige groei van de nieuwbouwproductie worden gerealiseerd. De groei van het aantal gereedmeldingen blijft in 2021 nog zeer beperkt en het niveau bedraagt naar verwachting 63.000 woningen.

Het duurt tot 2024 voordat duidelijk hogere aantallen woningen worden opgeleverd en dan circa 80.0000 nieuwbouwwoningen worden gerealiseerd. Woningnood blijft daarmee voorlopig nog het beeld op de Nederlandse woningmarkt.