Door de crisis krijgen de internationale vastgoedadviseurs grote klappen. In deze aflevering kijkt de hoofdredacteur van PropertyNL, Wabe van Enk, wie het meeste incasseringsvermogen heeft.
Door Wabe van Enk
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 8, 28 augustus 2020
Wie de halfjaarcijfers van de internationale vastgoedadviseurs analyseert, loopt tegen series obstakels aan: het verschil in omvang, de gehanteerde winstbegrippen, de uitsplitsing naar regio en naar segment. Het is goed mogelijk een juichende Nederlandse vastgoedbeheerder tegen te komen bij een verliesgevende international of een treurende baas van Capital Markets in de VS bij een op zich sterk winstgevend beursfonds zoals CBRE.
Daarom kijken we in een volgende aflevering naar de regionale performance Nederland in Europa versus de rest, kijken we in een andere aflevering naar de verschillen tussen de vastgoedsegmenten zoals beheer (workplace solutions), makelaardij, taxaties etc., en kijken we in deze aflevering naar de prestaties op de beurs gedurende corona.
Hierdoor moeten we ons moeten beperken tot in volgorde van beurswaarde in dollars op 13 augustus op de beurs: CBRE ($ 15,9 mrd), JLL ($ 5,4 mrd), Colliers ($ 2,6 mrd), Cushman & Wakefield ($ 2,5 mrd) en Savills £ 1,2 mrd.
In Nederland is geen enkele vastgoedadviseur marktleider op alle fronten, maar CBRE neemt veel frontposities in. Dat de afstand tot de rest zo groot is, zal menigeen echter verrassen. Dat de waarde op de beurs zo veel hoger ligt, komt ook doordat de in Nederland gescheiden asset manager CBRE Global Investment wel meetelt voor de beurswaarde. In Nederland is Cushman & Wakefield op veel vlakken marktleider (onder meer op taxaties), maar dat vertaalt zich niet op de beurs. Een van de redenen is dat de adviseur vrij veel heeft moeten lenen om de grotere DTZ-organisatie over te nemen. Dat is echter alweer een paar jaar terug, en zegt dus niet in hoeverre deze organisatie door de coronaperiode heen komt.
Daarvoor nemen we de koers van voor corona in februari, de koers met de volle klap van corona in maart en de koers van afgelopen donderdag, met daarin verwerkt de informatie van de cijfers van het tweede kwartaal die alle partijen dezer dagen hebben gepresenteerd.
CBRE vloog van $ 60 naar $ 34 dollar om nu weer op $ 48 te staan, een daling van eerst 43% waarvan nu 20% nog resteert. Hoe bijzonder die prestatie is, blijkt uit een vergelijking met de anderen.
JLL vloog van $ 173 naar $ 81 en zit nu op $ 104, een daling van 53% waarvan nu nog 40% resteert. De klap is bij de nummer twee van de wereld qua beurswaarde harder aangekomen en het herstel van de koers zwakker.
C&W ging van $ 19 naar $ 9 en noteert nu weer $ 11, een daling van 53% die even groot was als bij JLL, maar het herstel is nog minder: nu nog –42%.
Colliers vloog van $ 90 naar $ 38 en zit inmiddels weer op $ 65. Daarmee zat het Canadees/Amerikaanse concern op de grootste daling, met maar liefst 58%, maar met een opmerkelijk sterk herstel. Van het koersverlies ten opzichte van februari resteert nu nog 28%.
Voor het aandeel Savills in Londen betaalde je in februari £ 1237, op het dieptepunt in maart £ 651 en inmiddels weer £ 806, een verlies van 47% in maart, waarvan nu nog 35% resteert, duidelijk beter dan JLL en C&W.
Als je de beleggers op de beurs moet geloven, weert CBRE zich het beste, gevolgd door Colliers en Savills. JLL en C&W hebben meer moeite, getuige hun nog steeds sterk aangeslagen koersen.
Een andere manier om naar de prestaties te kijken is door de bril van analisten, zoals van Credit Suisse, UBS, Morgan Stanley en JP Morgan. Hun aanbevelingen voor de Amerikaanse fondsen (Savills doet niet mee) zijn netjes in een mandje gestopt met een schaal van 1 tot en met 5, waarbij 1 staat voor allemaal koopadviezen en 5 voor allemaal verkoopadviezen. Het beste scoort hier Colliers met 1,8, gevolgd door JLL met 2, CBRE met 2,1 en C&W met 2,3. Aangezien alle fondsen aan de goede kant van de schaal zitten, kun je stellen dat analisten het geloof in alle onderzochte vastgoedadviseurs ondanks corona niet hebben verloren.
