Overheid heeft buffer om economie draaiend te houden

De onzekerheid over het economisch beeld is groot. Vooralsnog wordt er nog wel volop geïnvesteerd, zo meldt het FD.

De Nederlandse economie blijft het goed doen, terwijl er internationaal veel onrust is. Het CPB kwam donderdag 15 augustus met de meest recente verwachtingen. De resultaten van het CPB zullen de basis zijn van de begroting voor volgend jaar. Voor 2019 is de groeiverwachting voor de tweede achtereenvolgende keer iets opgetrokken, tot inmiddels 1,8%. Na de groei van 0,5% in zowel het eerste als tweede kwartaal moest het CPB wel omhooggaan. De verwachtingen voor 2020 zijn ook nog steeds positief. Wel geeft het CPB aan dat de omslag naar een soberder groeitempo is gemaakt, en de economie haar groeipiek al weer een aantal kwartalen achter zich heeft. Voor 2020 gaat het CPB nu uit van een groei van 1,4%, slechts een fractie onder wat als het structurele groeitempo van Nederland wordt gezien.

Tegengestelde ontwikkelingen
De Nederlandse economie wordt wel gedeeltelijk geraakt door de handelsoorlog tussen de VS en China, en de slecht draaiende Duitse economie. Onze industrie heeft het lastig, dat is terug te zien in een krimp van het productievolume sinds februari. Het is omdat het aandeel van de dienstensector in de economie inmiddels zo is toegenomen, dat die sector op eigen kracht kan blijven doordraaien. De grote vraag is hoe lang deze tegengestelde ontwikkeling bij industrie en dienstensector nog vol te houden is. Een van de positieve ontwikkeling is het gedrag van investeerders. In maart dacht het CPB nog dat de investeringen dit jaar met 2,6% zouden stijgen. Maar ondernemers laten zich blijkbaar meer leiden door de huidige krapte op de arbeidsmarkt dan door het onzekere mondiale klimaat en ze hebben in de eerste helft van dit jaar fors extra geïnvesteerd. Dus trok het CPB de verwachting in juni al op tot 4,3% en inmiddels tot 4,7%.