Ook de Bossche winkelstraat ontkomt niet aan leegstand

Leegstand in de winkelstraten is niet alleen voorbehouden aan kleine steden zonder centrumfunctie. Ook in de Brabantse hoofdstad 's-Hertogenbosch neemt de leegstand juist op de A-locaties in het centrum toe.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 2, 25 februari 2022

Den Bosch vervult van oudsher een belangrijke centrumfunctie voor eigen bewoners en die van omliggende dorpen als winkelhart. Toch gaat de retailcrunch niet aan de Brabantse hoofdstad voorbij vertelt Antoon van de Water, vennoot van RSP Makelaars in de aankomende regiospecial Noord-Brabant van PropertyNL.

‘Al voor corona is de winkelmarkt in zwaarder weer terechtgekomen door de verschuiving naar online winkelen. Die trend is in de afgelopen twee jaar, mede als gevolg van de tijdelijke verplichte winkelsluitingen, verder doorgezet.

In onze regio zijn vooral de middelgrote steden zoals Oss, Waalwijk, Veghel en Boxtel hierdoor getroffen. Deze steden hebben veel modezaken in het winkelbestand en daar zijn grote klappen gevallen. In de dorpen met alleen winkels voor dagelijkse levensbehoeften is niets aan de hand. De supermarkt, bakker en drogist draaien beter dan ooit.

Anders ligt het in de twee grootste steden, Eindhoven en ’s-Hertogenbosch. Hier zien we leegstand ontstaan op A-locaties, en dan met name van panden met een ruim winkeloppervlak. In deze tijd van het nieuwe shoppen is daar geen vraag meer naar. Merken willen een brandstore waar ze hun collectie kunnen laten zien in combinatie met een goede webshop. Als iets er in een bepaalde maat niet is, zetten ze de klant in de winkel achter de terminal om de juiste maat te bestellen. Schoenenconcern Van Haren is hier een goed voorbeeld van. Die heeft het nu perfect voor elkaar. Het Zeeuwse modeconcern Omoda eveneens, maar ook Coolblue doet dit goed met relatief kleine stadswinkels.

De winkelleegstand is wel zorgelijk. Zo zien we in het centrum van ’s-Hertogenbosch, in de Hooge Steenstraat, de leegstand toenemen. Voorheen zaten daar alle grote zaken, maar intussen is 20–30% uit de straat vertrokken. Aan de andere kant zie je sommige stukken winkelgebied weer opbloeien. Het is gelukt om de Zeeuwse kledingwinkel Bomont, ook in Brabant erg populair, naar het Burgemeester Loeffplein in ’s-Hertogenbosch te halen. Je ziet direct dat dit een positieve impuls aan het gebied rondom het plein geeft, zeker nu er ook een Blokker zit. Er is meer loop in gekomen.

Een geluk is dat er veel liquiditeit in de markt zit, vooral bij particuliere beleggers. Die zorgen momenteel toch nog voor de nodige beweging in de winkelmarkt.’