Tot 2025 moeten 700.000 woningen worden bijgebouwd. Dat staat in de Nationale Woonagenda die minister Ollongren van Binnenlandse Zaken woensdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
'Deze agenda markeert mijn start om met Aedes, Bouwend Nederland, IVBN, IPO, Neprom, NVB-Bouw, NVM, Unie van Waterschappen, Vastgoed Belang, Vereniging Eigen Huis, VNG, Woonbond de uitdagingen op de woningmarkt op de korte en de lange termijn aan te pakken', aldus de minister. De drie uitdagingen waar de acties in de Nationale woonagenda zich op richten, zijn het vergroten en versnellen van de woningbouw, het beter benutten van de bestaande voorraad en de betaalbaarheid van het wonen.
Minister Ollogren heeft het voortouw genomen om de samenwerking tussen medeoverheden, corporaties en private partijen op woningmarktbeleid vorm te geven. Het doel van 700.000 extra woningen in 2025 (er van uitgaande dat er 12.000 tot 13.000 woningen per jaar gesloopt zullen worden) betekent vanaf nu een jaarlijkse opgave van gemiddeld 75.000 woningen.
Vooralsnog hebben alleen de belangenorganisaties van de marktpartijen en corporaties hun handtekening onder de agenda gezet. Mede met het oog op de collegeonderhandelingen die nog in volle gang zijn, moet de VNG nog volgen, evenals het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen. De VNG, het IPO en de UvW hebben inmiddels uitgesproken om mede aan de hand van de Nationale woonagenda het gesprek aan te willen gaan, aldus minister Ollogren. 'Dat is geen vrijblijvende afspraak. Alle partijen zullen in de concrete uitwerking harde noten met elkaar moeten kraken: blijven we exclusief inzetten op bouwen binnen bestaand bebouwd gebied of gaan we op zoek naar nieuwe locaties daarbuiten?'
Ze kondigt aan dat het Rijk in deze zomer in gesprek gaat met de corporaties over de ambities op de woningmarkt en hoe dit zich verhoudt met hun investeringsruimte. 'Dit alles mede tegen de achtergrond van de maatregelen uit het regeerakkoord die hun financiële weerslag hebben op de bestedingsruimte van woningcorporaties.'
Voor het vergroten en versnellen van de woningbouw moeten oplossingen primair regionaal worden gevonden, stelt Ollongren in haar brief aan de Kamer. 'De komende maanden voer ik gesprekken in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Daar komt ook de samenhang ter sprake tussen wonen en de klimaatbestendige inrichting van de gebouwde omgeving, de opgaven op het gebied van mobiliteit en een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving. De afspraken hierover wil ik in het najaar bestendigen.'
De verduurzaming van de woningvoorraad en de keuze voor aardgasvrij wonen heeft consequenties voor de woningopgave. Dit is onderwerp van gesprek aan de sectortafel Gebouwde omgeving van het Klimaatakkoord. Verder wordt onder leiding van Bernard Wientjes aan een Bouwagenda gewerkt. Een van de uitwerkpunten is de vraag hoe de bouwsector slimmer en innovatiever te werk kan gaan.
Gerelateerde artikelen:
