Naar een onderbouwde visie op de Nederlandse woningbouwopgave

‘Hoe kan het dat Nederland met zo’n rijke woningbouwtraditie geen oplossing heeft voor het woningtekort?’, vraagt Marja Elsinga, hoogleraar Housing Institutions & Governance, zich af.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 12, 20 december 2019

Om antwoorden op deze vraag te formuleren is het initiatief ‘Creating one million homes’ gestart op de faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Het initiatief is een reactie op de oproep van het kabinet om voor 2030 een miljoen woningen bij te bouwen in Nederland. ‘Als faculteit willen we bijdragen aan een antwoord op dit maatschappelijke vraagstuk.’ Ze werkt samen met Mo Sedighi, die zich samen met twee andere onderzoekers vooral bezighoudt met het onderwijs: ‘Mijn grootste prioriteit is studenten af te leveren die de woningbouwopgave van de toekomst begrijpen.’

De woningmarkt is altijd een lastige opgave geweest, maar nu lijkt er iets anders aan de hand te zijn. Elsinga beaamt dit: ‘Er is zeker iets anders aan de hand. Mensen konden 20–30 jaar geleden nog voor 3–4 keer een jaarinkomen een woning kopen, nu kost een woning 8–9 jaarinkomens. Vanuit een diepgewortelde Nederlandse traditie werden woningen betaalbaar gehouden met subsidies, maar deze traditie is de afgelopen jaren losgelaten.’

Sedighi zegt dat woningbouw steeds vaker wordt beschouwd als beleggingsobject. ‘Dit betekent dat er veel meer kapitaal beschikbaar is, maar de woningmarkt is niet elastisch genoeg om hier snel op te reageren, met als gevolg dat de prijzen hard stijgen. De enige manier om dit te veranderen, is het systeem aan te pakken, maar vooralsnog hebben te veel partijen baat bij de hoge prijzen: beleggers, makelaars en gemeenten, maar ook huiseigenaren. Vooral mensen die geen huis kunnen kopen en moeten huren, hebben pech, zoals starters, ouderen en gescheiden mensen.’

Om te kunnen bijdragen aan het vraagstuk is het nodig om een stap terug te doen. Het onderzoek benadert de opgave op een integrale manier met inbreng van alle afdelingen van de faculteit. Elsinga: ‘We zijn er niet om de belangen van de bouwsector te dienen door te onderzoeken hoe zo snel mogelijk, zoveel mogelijk woningen kunnen worden gebouwd. Met onze integrale benadering vanuit alle afdelingen willen we hiervoor gezamenlijk kennis verwerven door binnen de faculteit samenwerkingen en cross-overs op te zetten, maar ook door op te trekken met betrokkenen uit de maatschappij en het debat aan te gaan. Zo werken we samen met het College van Rijksadviseurs in het programma Panorama Lokaal en bouwen we aan samenwerkingen met de bouwsector.’

Naast het onderzoeksprogramma wordt er ook ruimte gemaakt voor het onderwerp binnen het onderwijs. En omdat niet alleen het woningtekort om een oplossing vraagt, worden er ook koppelingen gemaakt met andere urgente vraagstukken. Binnen het onderzoeksprogramma worden drie thema’s expliciet benoemd: energietransitie, circulaire economie en ‘aging in place’, oftewel ouderen langer zelfstandig laten wonen.

Elsinga vindt het vooral van belang dat woonkwaliteit weer op de politieke agenda komt. ‘En dat iedereen die binnen Bouwkunde en de TU Delft iets met woningbouw doet, in aanraking is geweest met 1M Homes.’

www.tudelft.nl/2019/bk