Interview Jan van Zanen: ‘Welcome in the heart of the Netherlands’

‘Natuurlijk is Amsterdam een prachtige locatie, maar dat kun je pas zeggen als je ook even verder hebt gekeken’, aldus Jan van Zanen, burgemeester van Utrecht.

Door Erik de Boer
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 5, 31 mei 2018

Burgemeester Jan van Zanen van Utrecht staat op, doet zijn jasje uit en loopt naar het raam van het vroegere stadhuis bij de Oudegracht. Het is 4 mei, een dag van kransen leggen en herdenken, en daarom heeft hij de verslaggevers van PropertyNL uitgenodigd naar het gebouw in de binnenstad te komen in plaats van naar het witte stadskantoor naast Utrecht Centraal. ‘Het is vandaag net even praktischer om u hier te ontvangen’, zegt hij in zijn witte overhemd met brede bretels.
‘Als we nu op de bovenste verdieping van het stadskantoor hadden gestaan, had ik u meegenomen naar het raam waar je het hele stationsgebied kunt overzien en alle veranderingen die daar nu zichtbaar worden. Dan had ik u gezegd wat ik zeg tegen alle investeerders die hier op bezoek komen: Welcome in The Netherlands, the gateway to Europe. And welcome in Utrecht, the heart of The Netherlands.’

Opening Provada
Van Zanen heeft in het gesprek niet alleen de pet op van burgemeester van de vierde stad van het land, maar ook die van voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, waarvan alle 380 gemeenten lid zijn. De aanleiding voor de afspraak is dat hij op 5 juni de officiële opening verricht van de Provada.
Hij toont zich een man met visie waar het gaat om stedelijke ontwikkeling en de samenwerking met alle betrokkenen die daarvoor nodig is. Daarom verricht hij heel graag de openingshandeling. ‘De Provada is een gelegenheid om bij elkaar te komen, naar elkaars ideeën te luisteren en elkaar te inspireren. Dat is heel belangrijk.’
Samenwerking begint wat hem betreft al bij het bepleiten van de belangen van Nederland als plaats om je te vestigen en te investeren. ‘Laten we in hemelsnaam eens ophouden met te denken in termen van ‘zij van Amsterdam en wij van Utrecht’. We moeten stoppen met de kleinzieligheid van ‘oh, jee, dat bedrijf kiest voor Bunnik of Amsterdam’. Nederland is voor buitenlanders een geweldig groot dorp. Denken jullie dat het voor een Texaan iets uitmaakt dat hij vanaf Schiphol in 8 minuten op de Zuidas staat of in 23 minuten op Utrecht CS?’
Van Zanen komt op stoom, want het gezamenlijk optrekken ten faveure van Nederland Locatieland schept wel verplichtingen. ‘We moeten dan wel zorgen dat we onze zaken op tal van punten goed geregeld hebben. Denk aan onderwijs, infrastructuur, mobiliteit en cultuur. Dat zijn zaken waar internationale werkgevers heel nadrukkelijk naar kijken, zo heb ik ervaren. De tijd is voorbij dat de gemeentegrenzen allesbepalend zijn. Die interesseren investeerders geen biet’.
Als burgemeester van Utrecht vindt hij het overigens wel zijn taak om tegen investeerders te zeggen: ‘Natuurlijk is Amsterdam een prachtige locatie, maar dat kun je pas zeggen als je ook even verder hebt gekeken.’
Hij is blij met hoe de samenwerking loopt binnen de G4 (het verband van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) en op internationale beurzen zoals Expo Real in München, waar de Randstad zich presenteert als ‘Holland Metropole’. Hij vindt het zelfs ‘vele malen’ beter gaan dan in het verleden. ‘De tijd van elkaar vliegen afvangen is voorbij.’

Visionair
Over Utrecht wil de burgervader uiteraard geen kwaad woord horen, zelfs niet over Hoog Catharijne, dat historisch lastig bleek te herontwikkelen. ‘Hoog Catharijne was destijds zeer visionair, in tegenstelling tot wat mensen nu vaak zeggen. De herontwikkeling van het stationsgebied zoals dat zich nu aan het uitrollen is, is dat opnieuw. CS is klaar, het plein aan de stadskant ook en winkelcentrum Hoog Catharijne komt zoetjes aan achter de bouwschuttingen vandaan.’ Daarbij blijft het niet: ‘We hebben nu de grootste fietsenstalling van Europa en het zwaartepunt van de nieuwe ontwikkelingen ligt nu aan de Jaarbeurszijde.’ Het stadskantoor is een wit baken, het nieuwe WTC – het meest gezonde nieuwbouwkantoor van het land – ontvangt PropertyNL op 1 juni als eerste huurder, en er zijn diverse projecten in voorbereiding om van het Jaarbeursterrein een nieuwe binnenstad te maken.
‘Mijn stelling is: wat men hier in de jaren zestig bedacht heeft, is briljant. De Jaarbeurs heeft vorig jaar zijn honderdjarig bestaan gevierd. Tot de jaren zeventig stond het Jaarbeursgebouw aan het Vredenburg. Het was de visie van toen om de Jaarbeurs te verhuizen naar de andere kant van het station en in plaats daarvan Hoog Catharijne en muziekcentrum Vredenburg te bouwen. Geniaal bedacht, want het resultaat is dat tot op de dag van vandaag honderdduizenden Utrechters en Nederlanders kunnen genieten van onze ongeschonden, historische binnenstad. Die is helemaal in stand gebleven.’
Deze hele operatie is – met de kennis van nu – niet zonder fouten gegaan, geeft Van Zanen meteen toe. ‘Dat zijn we nu echter aan het herstellen. Het water komt terug, we maken van de omgeving een echt stadsplein waardoor een geheel wordt met de binnenstad, en we brengen nieuwe vormen van licht, lucht en groen weer terug. Maar we borduren daarmee nog steeds voort op de visie van de jaren zestig.’
Hij noemt de transformatie van het stationsgebied een goed voorbeeld van hoe stedelijke verdichting vorm kan krijgen. ‘We willen niet volbouwen, maar voortbouwen.’

Schaalsprong
Tegelijkertijd ligt er weer een groot pakket nieuwe stedenbouwkundige uitdagingen op zijn bureau. Van Zanen: ‘Ik moet wel lachen als ik lees dat Schiphol weer een topdag beleeft. Ik kan u zeggen dat wij op het Centraal Station ongeveer iedere dag het aantal mensen ontvangen dat Schiphol op topdagen telt. En vaak nog veel meer.’
Stad en provincie staan voor een grote schaalsprong. Er komen tot 2050 ongeveer 130.000 mensen bij. Daar is geen plek voor in de stad die Utrecht nu is. ‘Voor de provincie betekent het dat we tot halverwege de eeuw 160.000 woningen moeten bouwen. Driekwart daarvan komt in de grootstedelijke regio Utrecht. Voor 50.000 stuks zijn nu collegebesluiten gevallen, dus die kunnen van start. Dat betekent dat we meteen ook aan de gang moeten met zaken als mobiliteit, infrastructuur en ontsluiting van nieuwe woongebieden’, aldus Van Zanen. Wat hem daarbij zorgen baart, is dat de afstand die mensen afleggen tussen woon- en werkplek in de regio aan het toenemen is. ‘We zijn blijkbaar niet in staat de werkenden goed te huisvesten in de directe omgeving. Dat geldt vooral voor de mensen in de maakindustrie, maar ook voor onderwijzers en verpleegkundigen. Dat kan zo niet doorgaan.’

Stad als levend wezen
Hij refereert aan zijn nieuwjaarstoespraak, waarin hij de stad neerzette als een levend wezen. De stad, zei hij daarin, wordt niet gemaakt door de stenen en straten, maar door de mensen. ‘En de vraag is hoe we met dat levende, kwetsbare wezen Utrecht omgaan. Hoe houden we de stad gezond?’
In Van Zanen’s visie kan dat alleen door gebruik te maken van de hulp van anderen. ‘Dat samenwerken en verbinding maken met anderen vraagt soms ook een beetje lef. Samenwerken met het kabinet, bijvoorbeeld, en met de nieuwe gemeenteraad. Met en in de VNG, de G4, de regio, de provincie. In het bijzonder met de ons omringende gemeenten, verenigd in de U10.’
Van Zanen noemt een aantal recente voorbeelden die het resultaat zijn van die samenwerking, zoals de daling van de werkloosheid in de stad van 7,3% naar 6%; de verdubbeling van het bouwtempo van nieuwe woningen; de nieuwe bibliotheek in het postkantoor aan het Neude, de grootste fietsenstalling van Europa; de nieuwe (tweede) spoorbrug in het hart van de stad; de herinrichting van de westelijke stadsboulevard en de opening van het Prinses Maxima Centrum voor kinderoncologie op het Utrecht Science Park.

Groene initiatieven
Als hij het heeft over het gezond houden van de stad, komen er ook een aantal ‘groene’ initiatieven bij hem op. Van Zanen noemt het project ‘we drive solar’, dat elektrische auto’s koppelt aan zonnepanelen. Ook The Greenhouse is voor de stad belangrijk. Dit is een binnenkort te openen restaurant dat volledig gebaseerd is op de principes van circulariteit. The Green House is een volledig circulair en zeer duurzaam paviljoen met horeca- en vergaderfuncties. Het paviljoen zal de komende 15 jaar op levendige wijze invulling geven aan de plek op de hoek van de Croeselaan en de Rabostraat in Utrecht.
Op het gebied van cultuur kan ook de nieuwe culturele voorziening aan het Berlijnplein in Leidsche Rijn Centrum genoemd worden. Daarvoor worden de plannen momenteel uitgewerkt.
En er is weer een nieuwe actualiteit, aldus Van Zanen. ‘De stad blijkt ineens aantrekkelijk te zijn voor start-ups.’ Op Kanaleneiland is er sinds kort een broedplaats die bij opening al volledig was volgeboekt. Op het Utrecht Science Park is een Life Science Incubator gevestigd die bij de opening al vol zat. Een ander succes voor de stad is de komst van Accelerator, een initiatief van een aantal beursgenoteerde ondernemingen die ook op het USP gevestigd wordt.
Dan is vervolgens de vraag: hoe zorgen we dat die startups kunnen doorgroeien en zich aan Utrecht blijven verbinden? Hoe komen we aan doorgroeilocaties voor bedrijven die hier succesvol zijn? Daarom is verbinden voor hem de hoofdreden waarom hij graag de Provada opent. ‘Een voorbeeld: misschien kunnen we nu, in de huidige topconjunctuur, een slag maken om de woningbouw duurzamer te maken. Beleggers zien de noodzaak daarvan echt wel in, maar vinden het soms moeilijk dat te realiseren. Ze vragen ook aan ons: help ons dat beter uit te vragen.’
Hij noemt de Merwedekanaalzone als een voorbeeld van hoe de stad in deze opgave staat. Hier wordt een mobiliteitsconcept in combinatie met hoogbouw geïntroduceerd.
‘En dan loop ik rond op de Provada en denk ik: bevragen we elkaar genoeg, vinden we elkaar genoeg, dagen we elkaar voldoende uit?’
Van Zanen ziet ook dat aan de zijde van de gemeenten veel schade is ontstaan in de jaren van bezuinigingen. Veel kennis en expertise over zulke vragen is binnen de stadskantoren weggesneden. Er zijn nu ongeveer 40.000 minder ambtenaren. ‘Ik vind het goed dat we het nu mean and lean doen. De consequentie is echter wel dat het investeringsvolume van gemeenten achteruit is gegaan en dat daardoor op kwaliteit is ingeleverd. Omdat we voor onze inkomsten grotendeels afhankelijk zijn van de middelen die het Rijk via het gemeentefonds beschikbaar stelt, ligt het antwoord op deze vraag in Den Haag.’
Van Zanen behoudt daarmee zijn dubbele pet: naast de stad Utrecht ook het voorzitterschap van de VNG.

Utrecht rekent op forse investeringen in bereikbaarheid
Provincie en gemeente Utrecht presenteren op 4 juni een plan om de bereikbaarheid van de stad de komende jaren veilig te stellen. Provincie en gemeente stellen ieder € 100 mln beschikbaar, van het Rijk wordt een financiële bijdrage verwacht die vele honderden miljoenen bedraagt. Daarmee moet onder andere een tweede intercity-station in de stad worden gerealiseerd en een nieuwe ring van snel openbaar vervoer met tramlijnen of busbanen.
De plannen zijn opgenomen in het plan ‘U Ned voor bereikbare gezonde groei in de metropoolregio Utrecht’ van Rijk, provincie, gemeente Utrecht en U10 gemeenten. Ook beschrijft het plan hoe de bouw van 120.000 nieuwe woningen en de economische ontwikkeling (80.000 banen) hand in hand moet gaan met maatregelen die de bereikbaarheid van de regio Utrecht verbeteren.

Jan van Zanen
Jan van Zanen (1961) studeerde rechten aan de VU in Amsterdam en aan de Cornell Law School in Ithaca (USA). Na zijn dienstplicht bij de luchtmacht werkte hij onder meer als bestuurs- en directiesecretaris bij een landelijke ondernemersvereniging. Vanaf 1990 was Van Zanen daarnaast gemeenteraadslid in Utrecht, waarna hij hier in 1998 wethouder werd. In 2003–2008 was hij landelijk voorzitter van de VVD en in 2005–2013 burgemeester van Amstelveen. Sinds 1 januari 2014 is hij burgemeester van Utrecht en sinds 3 juni 2015 voorzitter van de VNG.

Laatste nieuws

Evenementen