IVBN ziet Stadsakkoord Utrecht als nieuwe start

IVBN ziet het Stadsakkoord Utrecht als een nieuwe start voor meer woningbouw in de stad Utrecht. 

Tien leden van IVBN doen concrete toezeggingen:

• Ze sluiten de komende vijf jaar overeenkomsten voor de realisatie van 4500 middenhuurwoningen;
• Ze focussen echter niet alleen op aantallen, maar realiseren duurzame middenhuurwoningen in gemengde en inclusieve wijken die ook in de toekomst voldoen aan de woonvraag;
• Samen met de gemeente Utrecht en andere stakeholders gaan ze actief op zoek naar locaties om die middenhuurwoningen te realiseren;
• Ze intensiveren de samenwerking met de Utrechtse woningcorporaties om de door- en terugstroom van ‘scheefwoners’ naar en vanuit middenhuurwoningen te stimuleren;
• Ze onderzoeken het aanbieden van nieuwbouw op inkomen aan de doelgroep.
De tien leden zijn Altera Vastgoed, Amvest, ASR Real Estate, Bouwinvest, CBRE Global Investors, MN, SPF Beheer, Syntrus Achmea RE&F, Vesteda en Wonam.

Er zijn voorrangsregels voor middenhuur afgesproken zoals opgenomen in de Huisvestingsverordening, die alleen voor de te realiseren nieuwbouw vanaf 1-1-2020 gelden, dus niet voor de bestaande huurwoningen. In samenwerking met de Utrechtse woningcorporaties zal de doorstroming worden verbeterd. De gemeente wil een vertrouwelijke balansrol gaan spelen bij het uitruilen van locaties van woningcorporaties en (markt)partijen.

Frank Van Blokland: ‘Het grootste obstakel om de plannen te realiseren is de beschikbaarheid van locaties. De gemeente heeft zelf bijna geen gronden, en dus moeten de plannen voor een groot deel op andermans grond worden gerealiseerd. En de plannen hebben wel negatieve consequenties voor de grondwaarde. De partijen gaan echter met elkaar op zoek naar locaties. Als dat lukt, worden met het Stadsakkoord grote stappen vooruit gezet.’

Over de invoering in Utrecht van een (onverhoopt) op landelijk niveau beschikbaar gestelde noodknop wordt in het akkoord niet gesproken. Eerder was Utrecht daar voorstander van. Als Utrecht daar in de toekomst toch toe over zou gaan, zijn de afspraken met institutionele beleggers niet meer houdbaar.