De rentmeester: Is waardevol groen ook waardevast?

Harry Breviers is rentmeester op Landgoed De Utrecht. Hij oefent het vak al 35 jaar uit en weet als geen ander wat er speelt en leeft op het land: ‘Elke dag is anders, het werk van een rentmeester is afwisselend en veelzijdig. Op het landgoed ben ik verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken, denk aan de uitgifte van gronden, houtverkoop, het onderhoud aan gebouwen enzovoort. Eigenlijk coördineer ik als rentmeester alles wat met dit landgoed samenhangt.’

Door Sieds de Boer
Gepubliceerd in Locus 2 (winter 2017)

Volgens Breviers kun je het landgoed zien als een kleine gemeenschap. Naast de bewoners zijn er circa 20 enthousiaste vrijwilligers die de handen uit de mouwen steken en helpen bij het beheer van het landgoed. Hij heeft veel contact met de mensen, en juist dat aspect maakt zijn werk zo boeiend. Op de vraag wat zijn inspanningen ook waardevol maakt, antwoordt hij: ‘Dat is toch wel het duurzame karakter van dit werk. Op dit landgoed grijpen we maar zeer beperkt in, er is veel bos, we werken niet met ‘vreemde’ stoffen, noch onttrekken we op intensieve wijze zaken aan de bodem.’

De zoektocht naar duurzaamheid
Op de vraag of er verder nog duurzame innovatie plaatsvindt, vertelt Breviers: ‘We wilden een ringleiding met warm water aanleggen voor de bewoners op het landgoed. De benodigde energie en warmte zou worden opgewekt door de verbranding van houtchips van ons eigen hout. Dit bleek niet haalbaar, omdat houtchips die per schip uit Thailand hierheen worden vervoerd, nog steeds goedkoper zijn dan hout uit eigen bos. En bovendien heeft het een hogere energetische waarde, het brandt langer en beter.’
Dergelijke verhoudingen houden je wel scherp, aldus Breviers: ‘Ga maar na, de kap in die oorden is volkomen onverantwoord, het zijn immers regenwouden. Daarbij zorgt het transport voor de nodige vervuiling. En precies die problematiek is mijn intrinsieke motivatie, het is de reden waarom ik blijf zoeken naar duurzame oplossingen.’

Het belang van de waardeketen
‘Uiteindelijk draait het allemaal om de consument, die kan verandering afdwingen. Het gaat om bewustzijn en de bereidheid om meer te willen betalen. Werkelijke verandering vereist een collectieve beweging. Daarbij is de manier waarop boeren werken vaak van generatie op generatie doorgegeven, het zit ze zogezegd in het bloed. Bovendien wordt de intensieve landbouw gedreven door externe, economische factoren. Denk aan de supermarkt die de producten tegen een zo laag mogelijke prijs aanbiedt. Werkelijke verandering kan dus alleen gerealiseerd worden vanuit de samenleving als geheel.’
Breviers is van mening dat de bereidheid voor verandering niet alleen bij het aanbod kan beginnen, maar vanuit ons allemaal moet komen. ‘We moeten een principiële keuze maken en daar de consequenties van willen accepteren. Natuurlijk begint de transitie vanuit bewustzijn, en gelukkig zie je daar de laatste jaren ook een positieve ontwikkeling in. Daarbij zorgt de aangepaste wet- en regelgeving inmiddels ook voor de nodige verandering; er mogen minder kunstmest en gifstoffen worden gebruikt. Zo groeien de verhoudingen steeds meer naar elkaar toe.’
De Europese Unie eist dat 5% van de landbouw op ecologische wijze wordt ingevuld. Persoonlijk vindt Breviers dat te weinig: ‘We moeten bewuster omgaan met onze natuur en zorgen voor een manier van boeren waarbij de bodem op een duurzame manier wordt gebruikt. Natuurlijk is er een spanningsveld tussen de groeiende bevolking en de stijgende voedselproductie enerzijds, en de mogelijkheden voor verduurzaming anderzijds. Maar uiteindelijk is die verduurzaming bepalend voor onze kwaliteit van leven’, stelt Breviers, die persoonlijk graag een hoger ecologisch percentage als streefgetal ziet.

De rijkdom van biodiversiteit
Zo werkt Breviers ook zelf actief mee aan het noodzakelijke bewustwordingsproces: ‘ASR Landelijk Vastgoed organiseert workshops, waarbij experts hun visie geven op bodemvruchtbaarheid en bodemleven. Hierin wordt de huidige manier van werken tegen het licht gehouden en worden de aanwezigen geprikkeld met alternatieve inzichten en methoden voor toekomstbestendig bodembeheer. Zo delen we kennis en starten we de dialoog over hoe de grondgebonden landbouw op duurzame wijze voedsel kan produceren. We willen – stap voor stap – bijdragen aan een kwaliteitsslag.’
Volgens Breviers is zien geloven: ‘Kijk maar naar de biologische enclave op ons landgoed. Dat is er het beste voorbeeld van. Als je daar in het grasland een kluit aarde uitsteekt, zie je een diepe doorworteling en kruipen de regenwormen aan alle kanten weg. Dat is het aantoonbare resultaat van meer dan 15 jaar extensief boeren. En het positieve effect daarvan is soortenrijkdom, ofwel het behoud van biodiversiteit.’
Verder pleit Breviers voor een hogere prijs voor biologische producten: ‘Dat is niet alleen in het belang van de agrarische ondernemer, maar van ons allemaal. Zo komt het de voedselkwaliteit ten goede. Het verbetert de kwaliteit van onze leefomgeving en vergroot ook nog eens de schoonheid van het landschap.’ Al met al voldoende redenen om goed na te denken over de toekomst van ons landschap en de manier waarop we daarmee omgaan.

Kostbaar particulier natuurbeheer
Dat het onderhoud van een landgoed op zich geen sinecure is, bevestigt Breviers: ‘Veel van de honderdduizenden bezoekers die we hier per jaar mogen ontvangen, hebben er geen weet van dat het landgoed particulier eigendom is. Ze hebben geen idee hoeveel tijd en geld er op het landgoed wordt geïnvesteerd in behoud en onderhoud.’
Breviers vertelt dat het gaat om honderdduizenden euro’s op jaarbasis. ‘Als landgoedeigenaar ben je verantwoordelijk voor de veiligheid. We kunnen het ons dus niet veroorloven dat de wegen en lanen in slechte staat verkeren; dat er bijvoorbeeld bij een rukwind een dikke, dode tak in de eikenlaan naar beneden komt als er mensen wandelen. Of wat te denken van de kosten voor de opruiming van een ecstasy-dumping… ook dat zie je regelmatig in de Brabantse natuur!’
Breviers zoekt continu naar mogelijkheden om het landgoed renderend te houden. Een mogelijkheid daarvoor is kleinschalige woningontwikkeling. Hij lost het echter liever op met natuurlijke middelen: ‘Zo hebben we een natuurbegraafplaats aangelegd; daar is veel behoefte aan, en dat levert bovendien inkomsten op. Verder hebben we een blusvijver voor brandbestrijding aangelegd. Het landgoed bestaat grotendeels uit bos, dus een ruime waterberging in geval van calamiteiten is noodzakelijk. Een bijkomstig financieel voordeel is dat het afgegraven zand ook geld oplevert.’
Het meest is Breviers nog te spreken over de ondernemers die actief zijn op het landgoed: ‘Zij zorgen echt voor een bijzondere beleving. Ik vind het heel waardevol dat mensen hier op alle mogelijke manieren kunnen genieten van de prachtige omgeving. Tijdens een wandeling door lanen, langs weiden en akkers of de schitterend aangelegde golfbaan, of simpelweg verpozend in de unieke horecalocatie op het landgoed. Mede dankzij de toewijding van die ondernemers kunnen wij dit waardevolle landschap niet alleen in stand houden, maar ook nog eens renderend maken.’
De conclusie is dat alles draait om de wisselwerking tussen mensen. ‘En daarnaast moet je ook continu nieuwe projecten starten’, aldus Breviers. ‘Zo hebben we onlangs een bijenschans geopend. Tijdens werkzaamheden op het landgoed kwamen we die tegen en we hebben toen – mede omdat het twee jaar geleden het jaar van de bij was – besloten om die schans op te knappen. In de Middeleeuwen waren er wel duizenden in Nederland, honing was destijds immers de enige zoetstof. Helaas zijn er maar twee bijenschansen overgebleven – één in Hilversum en één in Reuver. ASR Landelijk Vastgoed investeert ook in zulke projecten, omdat het belang hecht aan het cultuurhistorische erfgoed op het landgoed.’

Ecologie en economie in balans
Breviers besluit zijn betoog met de opmerking dat ecologie en economie hand in hand kunnen gaan. ‘Het is daarvoor belangrijk dat je mensen aantrekt die op hun beurt weer geld spenderen. In mijn functie ben ik bewust bezig met zulke bewegingen. Het inspelen op de duurzame trend levert immers voor iedereen voordelen op. We maken daar ook echt werk van op ons landgoed.’ Als laatste, aansprekend voorbeeld wijst hij naar de aanleg van een nieuw wandelpad. ‘Mensen willen steeds nieuwe stukjes natuur ontdekken, ze hebben behoefte aan inspirerende, recreatieve routes. Daarom hebben we onlangs een nieuwe kunstroute gerealiseerd, met als middelpunt de Rotterdamse schilder Andreas Schotel, die hier in de vorige eeuw leefde. Veel bezoekers zeggen dat ze graag terugkomen, omdat er hier zoveel te beleven is.’
En zo biedt het samenspel van cultuurhistorie, natuurbeheer én ondernemerschap bijzondere perspectieven voor de toekomst.

Het rentmeesterschap
De eigenaar die zijn onroerend goed laat beheren door een rentmeester kan zowel een particulier als een private of publieke rechtspersoon zijn. Een rentmeester is in de regel een breed opgeleide vastgoeddeskundige en een echte vakman. Naast het organiseren van het beheer adviseren rentmeesters op het gebied van onder andere grondzaken, grondbeleid, overdracht van eigendom, pacht, erfpacht, onteigening, vestigen van zakelijke rechten, schadevergoeding, waardering van vastgoed, fiscale aspecten, juridische aspecten (zoals illegaal grondgebruik en verjaring), planologische vraagstukken, bestemmingswijziging en gebiedsontwikkeling. Een rentmeester is gericht op de lange termijn en is dus niet uit op snel gewin. Hiermee onderscheidt hij zich van de makelaar, die meestal kort aan een opdrachtgever gebonden is. Rentmeesters kunnen in Nederland zowel zelfstandig als in dienst van rentmeesterkantoren werken. In beide gevallen kunnen zij lid zijn van de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Rentmeesters (NVR). Om de kwaliteit en integriteit van de Rentmeesters NVR te waarborgen, hanteert de NVR een streng toelatingsbeleid. Eenmaal lid van de vereniging moeten Rentmeesters NVR zich houden aan de gedragscode en aan de regels voor permanente educatie. Door de gedragscode en het toezicht van de Stichting Rentmeesterskamer zijn de belangen van de opdrachtgever gewaarborgd.
Bron: Wikipedia.