‘Transformatie kantoren naar woningen kost de overheid € 50 mln per jaar’

Volgens de Tilburgse projectontwikkelaar Honk kost de transformatie van kantoren naar woningen jaarlijkse € 50 mln aan huurtoeslag.

Sinds 2014 worden in Nederland op grote schaal leegstaande kantoorpanden en andere gebouwen verbouwd tot woningen. Deze transformatiegolf - gestimuleerd door het rijk om leegstand te bestrijden - heeft de maatschappij inmiddels al € 100 mln aan huurtoeslag gekost. Jaarlijks loopt dit bedrag op met € 50 mln, heeft Honk berekend.

Het bedrijf baseert zich op recente gegevens van het CBS. Daaruit blijkt dat in 5 jaar tijd - van 2014 tot het eind van 2018 – zo’n 29.000 kleine woningen werden gerealiseerd in oude panden. Meer dan 90% daarvan wordt door de eigenaren verhuurd. Zij vragen voor de ‘microwoningen’ hoge huurprijzen, maar door de prijs onder de liberalisatiegrens van € 710 te houden, heeft de huurder recht op forse huurtoeslag. Zo blijft de huur aanvaardbaar. 
De huurtoeslag bedraagt ongeveer een derde van de huursom en is gemiddeld per woning ruim € 2000 per jaar. Voor alle transformatiewoningen die sinds 2014 in verhuur zijn heeft het Rijk opgeteld inmiddels al ruim € 100 mln aan huurtoeslag uitgekeerd, meent Honk. Voor de gerealiseerde woningen komt hier structureel jaarlijks 50 miljoen euro bij. Dit is exclusief de vele kleine woonruimten die via nieuwbouw gerealiseerd zijn. De totale huurtoeslag voor alle woningen in Nederland steeg in de periode van 2012 tot 2017 van € 2,3 mrd naar € 3,4 mrd. Uit de jongste Rijksbegroting blijkt dat de uitgaven toenemen tot € 4,6 mrd in 2021.  

De toeslag wordt uiteindelijk betaald door de belastingbetaler. De overheidsbijdrage is vooral belangrijk voor de belegger. Zonder huurtoeslag zouden de kleine woningen in de meeste steden volgens Honk niet te verhuren zijn, maar met de toeslag als bonus wordt het lucratief om leegstaande panden tot zo klein mogelijke huurappartementen om te bouwen.

Over de maatschappelijke wenselijkheid van microwoningen bestaat veel discussie. Critici denken dat starters alleen uit financiële noodzaak klein gaan wonen. Voorstanders signaleren de trend dat jongeren juist graag in een kleine ruimte willen wonen. Gemeenten juichen de bouw van microwoningen vaak toe: leegstaande kantoren worden herontwikkeld en er worden extra woonruimten gebouwd voor studenten en starters. De ruimten kunnen bovendien gerekend worden tot de voorraad sociale huurwoningen. Corporaties zijn echter veelal terughoudend: zij vrezen op lange termijn sociaal-maatschappelijke problemen in complexen met microwoningen. Slechts 8% van de transformatiepanden zijn volgens Honk in eigendom van woningcorporaties.