Haagse corporaties moeten 450 woningen per jaar bouwen

De gemeente Den Haag gaat afspraken maken met de corporaties om jaarlijks 450 sociale huurwoningen te bouwen. Dit is 30% van het totaal aantal woningen in de stad bij moeten komen: 1500 woningen per jaar.

De gemeente Den Haag gaat afspraken maken met de corporaties om jaarlijks 450 sociale huurwoningen te bouwen. Dit is 30% van het totaal aantal woningen in de stad bij moeten komen: 1500 woningen per jaar.

De afspraken maken deel uit van de volkshuisvestelijke agenda van Den Haag, waar corporaties op in kunnen tekenen. De gemeente zegt hiermee vooruit te lopen op de nieuwe Woningwet, die in december in de Tweede Kamer is aanvaard.

Den Haag is de laatste tijd harder gegroeid dan voorzien, tot ruim 515.000 inwoners nu. Tien jaar geleden was nog de verwachting dat dit aantal pas in 2020 zou zijn gehaald. Om aan de grote vraag te voldoen wil de gemeente minimaal 1500 woningen per jaar bouwen. Dit moet vooral in bestaand stedelijk gebied gebeuren, bijvoorbeeld door bestaande wijken te vernieuwen of kantoren te transformeren. Nieuwbouw is ook mogelijk in gebieden als Kijkduin, Scheveningen Haven en bij het Haga Ziekenhuis.

Vrijwel alle sociale huurwoningen in de Hofstad zijn in handen van Staedion, Haagwonen en Vestia. De laatste zal door het derivatendrama weinig kunnen doen. De laatste jaren is ook Arcade actief in de stad. De corporatie uit het Westland realiseerde in het gebied Laakhavens de Caland Tower en op het Norfolkterrein in Scheveningen wil ze 236 huurwoningen bouwen. Tegen Omroep West zegt wethouder Joris Wijsmuller dat ook andere corporaties welkom zijn in de stad.

Op de volkshuisvestelijke agenda komen onderwerpen te staan als de gewenste productie van huurwoningen, betaalbaarheid, duurzaamheid, bouwen voor bepaalde doelgroepen, inzet van mensen zonder werk en aanpak van knelpunten in probleemwijken.
Huurdersverenigingen hebben de agenda al kunnen bespreken. Volgende week buigt de gemeenteraad zich over het stuk, waarna het college van burgemeester en wethouders de definitieve agenda vaststelt. Die wordt dan aan de woningcorporaties voorgelegd met het verzoek een bod te doen. Daarna volgt een ronde van onderhandelingen. Naar verwachting kunnen de resultaten daarvan nog voor de zomer worden vastgelegd in prestatieafspraken.