Den Haag veroordeeld tot zijn buurgemeenten

De overheersende aanwezigheid van de overheidssector maak dat de kantoremarkt in de stad Den Haag relatief ongevoelig is voor conjuncturele schommelingen. Anders ligt het voor de buurgemeenten Rijswijk, Voorburg, Leidschendam en Zoetermeer die de laatste tijd de tucht van de markt weer meer gaan voelen. Gepubliceerd in het Financieele Dagblad, 14 januari 2002.

De overheersende aanwezigheid van de overheidssector maak dat de kantoremarkt in de stad Den Haag relatief ongevoelig is voor conjuncturele schommelingen. Anders ligt het voor de buurgemeenten Rijswijk, Voorburg, Leidschendam en Zoetermeer die de laatste tijd de tucht van de markt weer meer gaan voelen.

Gepubliceerd in het Financieele Dagblad, 14 januari 2002.


Terwijl in Den Haag Centrum nog een zekere krapte in de kantorenmarkt bestaat, zijn rond het station in Rijswijk en in Zoetermeer vele tienduizenden m2 kantoorruimte beschikbaar.
Toch is zeker op langere termijn het perspectief van de randgemeenten niet slecht. Qua huurprijs zijn de randgemeenten aantrekkelijk voor veel bedrijven. De randgemeenten profiteren van het feit dat de komende tijd in Den Haag maar weinig nieuw aanbod aan de markt komt.
Dan moeten ze het - nog - niet hebben van de rijksoverheid. Die heeft moeite met locaties buiten Den Haag. Het meest in het oog springend is daarbij het ministerie van onderwijs dat naar het centrum van Den Haag gaat en daarbij circa 40.000 m2 achterlaat in Zoetermeer. Een deel van het 80.000 m2 grote gebouw blijft - voorlopig - nog in gebruik bij OC&W. De resterende 40.000 m2+ is enkele keren de jaarlijkse kantooropname in Zoetermeer en voor deze gemeente een fors metrage aanbod. Een oplossing voor het enorme complex is er nog niet en vastgoedpartijen menen dat wellicht een herontwikkeling met mogelijk een andere bestemming nodig is.
Ontwikkelaars en beleggers ruiken hun kansen in de randgemeenten, zijn zelfs bereid op risico met ontwikkelingen te beginnen. Een voorbeeld is de liefst 158 meter hoge toren (de Hollandse Meester van 30.000 m2) die Bouwfonds en Willemsen Minderman Vastgoedontwikkeling in Zoetermeer naast de A12 bij het station willen laten verrijzen. De ontwikkelaar wil van start gaan met de Hollandse Meester (30.000 m2) zodra eenderde is verhuurd. Er loopt nu een aantal gegadigden omheen.
De stad Den Haag is ‘vol’. De gemeente had aanvankelijk zijn hoop gevestigd op miljardenverslindende plannen om de sporen bij Den Haag Centraal te overkluizen en op dit nieuwe ‘maaiveld’ vastgoed te ontwikkelen. Inmiddels is duidelijk dat de plannen te duur zijn en dat de aandacht van Den Haag zich de komende jaren zal richten op de as richting A12 (Prins Clausplein). Daar komen de buurgemeenten in beeld. Het architectenbureau Kraaijvanger Urbis presenteerde een stedenbouwkundig plan dat uitgaat van 175.000 m2 kantoorruimte, 125.000 m2 woningen en 100.000 m2 leisurefuncties in de zogenoemde oksel van het Prins Clausplein. Behalve de woning- en commerciële functies moet hier binnen vijftien jaar een gebied met leisurefuncties als wellicht een voetbalstadion (ADO) en verder misschien een openluchttheater, een uitgaanscentrum, een herbarium, een hotel met congresfaciliteiten en sportfaciliteiten zijn gerealiseerd.
Ook bij de realisatie van nieuwe bedrijfsruimte, waar de Haagse regio nauwelijks aanbod heeft, is samenwerking met aangrenzende gemeenten noodzakelijk. De gemeenten in de regio Haaglanden hebben besloten dat in de Harnaschpolder en de aangrenzende Hooipolder bij Delft 85 hectare bedrijventerrein kan worden ontwikkeld. In een later stadium kan bovendien nog 80 hectare bedrijventerrein worden gerealiseerd. Het moet ook in de toekomst mogelijk blijven om in de Haagse regio een produktiebedrijf te vestigen.