Rijksvastgoedbedrijf heeft onvoldoende inzicht in huisvestingskosten

Het Rijksvastgoedbedrijf heeft onvoldoende inzicht in alle kosten die het maakt voor de panden uit de vastgoedportefeuille. Een sluitend kostprijsmodel ontbreekt. Dat staat in een advies van de Algemene Rekenkamer.

Het Rijksvastgoedbedrijf heeft onvoldoende inzicht in alle kosten die het maakt voor de panden uit de vastgoedportefeuille. Een sluitend kostprijsmodel ontbreekt. Dat staat in een advies van de Algemene Rekenkamer.

Hierdoor weet het RVB ook niet hoe de apparaatskosten zich ontwikkelen en of de huisvesting van het Rijk efficiënter is. Het Rijk streeft naar lagere huisvestingskosten en apparaatskosten. Volgens de Algemene Rekenkamer moet nog aan een aantal randvoorwaarden worden voldaan voordat efficiëntieverbetering kan worden gerealiseerd. Een sluitend kostprijsmodel is ook belangrijk voor de verschillende departementen.
'Een ander gevolg van het ontbreken van een sluitend kostprijsmodel is dat niet kan worden vastgesteld of de departementen samen mogelijk te veel of te weinig betalen voor het vastgoed dat ze afnemen', schrijft de rekenkamer in zijn rapport. 'Wanneer de aansluiting ontbreekt tussen de kosten van huisvesting en het tarief dat een departement betaalt, is de werkelijke ‘prijs’ van het beleid van het desbetreffende departement niet bekend.'

Benchmark
De Algemene Rekenkamer pleit ook voor een benchmark voor rijksvastgoed. 'Binnen het Rijk is het rvb de enige aanbieder van huisvesting voor departementen. Zij zijn verplicht om huisvesting bij het rvb af te nemen. Een groot deel van de producten en diensten die het rvb aan departementen levert, kan echter ook door andere (private) vastgoedbeheerders geleverd worden. Daarom is het voor de departementen van belang om te weten hoe de tarieven die het RVB rekent en de kwaliteit van de huisvesting die het daarvoor levert, zich verhouden tot de prijs-kwaliteitverhouding die andere vastgoedpartijen bieden.'

Bezuiniging van jaarlijks € 142 mln
In 2020 moet het Rijk het aantal vierkante meters aan kantoorruimte met 1 mln hebben teruggedrongen. Hoe dit bereikt moet worden, is uitgewerkt in een masterplan voor Den Haag en een masterplan per provincie. De uitvoering van deze plannen levert volgens het kabinet vanaf 2020 een structurele besparing op van € 142 mln op de kantoorhuisvesting van het Rijk. Het RVB moet daarnaast € 25 mln besparen op de eigen organisatie. De onderbouwing van de plannen blijkt volgens de rekenmeesters echter niet goed te controleren.

Kosten, bijvoorbeeld als gevolg van verhuizingen, afstoot van panden en leegstand, zijn niet volledig meegenomen. Bovendien is niet gerekend met de werkelijke kosten per pand, maar met de gebruiksvergoeding die door departementen voor die panden betaald wordt. Hierdoor is niet duidelijk of het Rijks zijn bezuinigingsdoelstelling wel haalt.
Ook de onduidelijkheden over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen departementen en het RVB kan de bezuinigingsoperatie vertragen.