APG: ‘Infra heeft een lager risicoprofiel dan vastgoed’

Als pensioenbelegger APG de beleggingen in infrastructuur opvoert, gaat het om grote bedragen. Wat vooral trekt, is het stabiele rendement.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 3, 22 maart 2024

Denk aan een miljard of 10 extra beleggingen voor de komende paar jaar. Zo’n bedrag is er ongeveer gemoeid met het opvoeren van het aandeel van infrastructuur in de totale beleggingsportefeuille van APG. De allocatie gaat van 5 naar 7%, en op een totaal belegd vermogen van grofweg € 500 mrd kom je dan op een infraportefeuille van zo’n € 35 mrd. Ter vergelijking: de vastgoedportefeuille is goed voor 10% van de beleggingen.

De komende jaren is er dus ruimte voor nieuwe investeringen in infrastructuur, zegt Ron Boots. Hij is hoofd Infrastructuur Europe bij APG Asset Management, dat de pensioengelden van onder meer ABP belegt. Boots: ‘We werken wel met een flinke range; er is geen onmiddellijke beleggingsdruk. Want het gaat om illiquide beleggingen, waarvan de ondergrens bij eenmalige investeringen zeker zo’n € 250 mln bedraagt.’

Waarom meer beleggen in infrastructuur? Boots noemt het een ‘uitgelezen categorie om onze rol te pakken in de energietransitie’. Dat hij de afgelopen jaren met zijn team een fraai trackrecord neerzette, zal ook hebben geholpen. Sinds 2006 zit bij APG een investeringsteam van veertig mensen op infrastructuur, dat over die periode jaarlijks een rendement van gemiddeld 9% boekte.

Diversificator

Maar de basis is dat een infraportefeuille werkt als diversificator ten opzichte van andere beleggingen, zegt collega Robert-Jan Foortse, hoofd European Real Estate bij APG. ‘Deze investeringen genereren dankzij concessies een solide cashflow en volgen goeddeels de inflatie. Voor pensioenfondsen is dat een belangrijke component.’

Vervult vastgoed die functie niet al? Minder, zegt Foortse. Niet alleen zijn infrastructurele projecten schaars en minder gevoelig voor economische neergang dan bijvoorbeeld kantoren, bovendien lopen de vergunningen vaak tientallen jaren tot soms oneindig, terwijl de afspraken met huurders juist tenderen naar kortere looptijden. Foortse: ‘Voorheen maakte je in het commercieel vastgoed doorgaans afspraken voor tien jaar, nu worden die korter en korter doordat huurders meer flexibiliteit willen.’ Met huurcontracten van drie tot vijf jaar wordt de automatische correlatie met de inflatie volgens Foortse minder. Het spreekt in het voordeel van infrastructuur. ‘Dat heeft een lager risicoprofiel. Je weet waar je aan toe bent, met een behoorlijk stabiel rendement en een lage volatiliteit.’

Overheid als partner

Al stipt Ron Boots nog wel even aan dat de inflatielink ook bij infrastructuur wisselt, afhankelijk van de projecten. Zo investeert APG in tolwegen, onder meer in Noord-Spanje. De opbrengst daarvan is afhankelijk van het aantal passerende auto’s, net zoals de profijtelijkheid van het belang in Brussels Airport samenhangt met het aantal passagiers dat daar op- en overstapt. Een economische dip kan zeker effect hebben. ‘Met de tarieven die je bij zulke projecten afspreekt, loop je een commercieel risico. Maar in de meeste gevallen krijg je de inflatie via concessies één-op-één of met een opslag binnen.’

Al zijn die langjarige afspraken met overheden ook niet in steen gebeiteld, erkent Boots. ‘Een overheid kan zich door een politieke draai naar links of recht bedenken. Soms wordt dan naar zulke contracten gekeken, dat risico zien we in de markt. Al hebben we het zelf nog niet meegemaakt.’ En instabiele regimes? ‘Zo’n risico moet je òf beprijzen òf je blijft ervan af’, aldus Boots. Het mooiste is als bij een project de overheid aanhaakt als partner, zoals bij de onlangs aangekondigde investering van APG in twee nog aan te leggen Indonesische tolwegen. ‘Het is goed om de overheid aan boord te houden; die denkt dan wel twee keer na voordat er aan de tarieven wordt gemorreld.’

Hoger risicoprofiel

APG stapt sinds kort in meer projecten die nog niet klaar zijn. Daarmee gaat het risicoprofiel van de infraportefeuille iets omhoog. Zo is de belegger in de race voor twee offshore windparken voor de kust van IJmuiden. Boots: ‘De afgelopen jaren hebben we eerst kennis en ervaring opgedaan met bestaande onshore windparken. Toen we dat beheersten, werd het tijd voor extra stappen, zoals in een eerder stadium meedoen.’ Het hogere risicoprofiel levert naar verwachting enkele procenten extra rendement op, voegt collega Foortse eraan toe. ‘Om de pensioenpremies betaalbaar te houden, moeten we natuurlijk wél rendement maken.’