‘Prijzen courante woningcomplexen stijgen’

AMSTERDAM - Prijzen voor courante woningcomplexen stijgen momenteel. Voor nieuwbouwcomplexen met huurwoningen zijn de bruto-aanvangsrendementen in het noordelijk deel van de Randstad inmiddels gedaald tot 5,5% of zelf iets daaronder.

AMSTERDAM - Prijzen voor courante woningcomplexen stijgen momenteel. Voor nieuwbouwcomplexen met huurwoningen zijn de bruto-aanvangsrendementen in het noordelijk deel van de Randstad inmiddels gedaald tot 5,5% of zelf iets daaronder.

Dat zei directeur woningbeleggingen van Syntrus Achmea Peter Appeljan gisteren tijdens een zeer goed bezochte PropertyNL Briefing over de woningmarkt. ‘BAR’en staan onder druk, vooral in Amsterdam’, zei Appeljan tijdens zijn presentatie. Hij schetste de snel groeiende behoefte aan geschikte (huur)woningen in Nederland: over 5 jaar zijn er 500.000 huishoudens bijgekomen, in 2040 zijn er één miljoen extra huishoudens. 75% van de extra huishoudens landt in de 25 grootste steden, en dan met name in Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Amsterdam.

Gerhard Bol van AM schetste hoe er voor ontwikkelaars een rol is weggelegd om in de complexe woningmarkt projecten van de grond te krijgen. AM doet dat niet alleen door een grondige kennis van de markt, maar tegenwoordig ook door een woningfonds te initiëren waarin de ontwikkelaar ook zelf participeert.

Partner Joop Kluft van PWC, die zich heeft gespecialiseerd in corporaties, schetste hoe de sterk gereguleerde woningmarkt inmiddels min of meer qua regelgeving is gestabiliseerd, waardoor bij (buitenlandse) beleggers en ontwikkelaars meer vertrouwen is ontstaan in de mogelijkheden op de Nederlandse markt.

Alle drie de sprekers vroegen zich af in hoeverre de grootste woningverkoop uit de Nederlandse geschiedenis, de 6600 woningen die corporatie Vestia verkoopt, qua referentie maatgevend zal zijn voor de Nederlandse markt. De indruk is dat Vestia, dat wegens de financiële situatie genoodzaakt is de woningen te verkopen, dat zal doen tegen een zeer lage waarde. Appeljan zei dat Angelsaksische beleggers, die na enkele jaren het pakket zouden willen doorverkopen, azen op een lage prijs. Nederlandse institutionele beleggers zouden nauwelijks hebben meegeboden op de Vestia-portefeuille, die voor het grootste deel bestaat uit gereguleerde woningen.